Storyboarding en leren presenteren

Jolien Dhaenens, Bart Devos & Jordi Casteleyn  ·  28ste Conferentie Onderwijs Nederlands  ·  2014  ·  pagina 193 - 197

Download artikel

7. Onderwijsinnovatie

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap & VO-raad (2014). Sectorakkoord VO 2014-2017. Klaar voor de toekomst! Samenwerken aan onderwijskwaliteit. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Nederlandse Taalunie (2014). ‘Onderwijs Nederlands in Beeld’. Online raadpleegbaar op: http://taalunieversum.org/inhoud/onderwijs-nederlands-beeld.

Ros, A., J. Castelijns, A. van Loon & K. Verbeeck (2014). Gemotiveerd leren en lesgeven. Bussum: Coutinho.

Ros, A. (red.), R. Timmermans, J. van der Hoeven & M. Vermeulen (2009). “Leren en laten leren. Ontwerpen van leeractiviteiten voor leerlingen en docenten”. In: Meso Focus, 75. Alphen aan den Rijn: Kluwer.

Vansteenkiste, M, R.M. Ryan & E.L. Deci (2008). ‘Self determination theory and the explanatory role of psychological needs in human well-being’. In: L. Bruni, F. Comim & M. Pugno (eds.). Capabilities and happiness. Oxford, UK: Oxford University Press, p. 187-223.

Noot

1 De theoretische achtergrond is gebaseerd op De Boer e.a. (2013).

Ronde 6

7

Jolien Dhaenens (a), Bart Devos (b) & Jordi Casteleyn (c)

  1. Universiteit Gent

  2. IVV Sint-Vincentius, Gent

  3. Universiteit Gent / Arteveldehogeschool, Gent Contact: Jolien.Dhaenens@Ugent.be

bartdevos@ivv-gent.be

jordi.casteleyn@ugent.be

Storyboarding en leren presenteren

1. Inleiding

De presentatie is de communicatievorm bij uitstek om informatie over te brengen in een onderwijscontext. Er zijn echter verschillende manieren om een presentatie te structureren. Deze presentatiestructuren bevinden zich op een continuüm tussen de volgende twee uitersten: volgens ‘een logische wetenschappelijke structuur’ (= een

193

28ste HSN-CONFERENTIE

opsomming van naakte feiten) of volgens ‘een narratieve structuur’. Bij onderzoek naar presentaties is bijna alleen gefocust op de eerste benadering, waardoor de narratieve structuur naar de achtergrond verdween, ondanks het feit dat deze dichter aanleunt bij het fundament van menselijke communicatie. Ondertussen is echter duidelijk dat “het belang van de mens met zijn specifieke eigenschappen niet meer genegeerd kan worden als we spreken over presentaties” (Casteleyn 2013: 154).

  1. Leren presenteren in het secundair onderwijs

Aangezien de presentatie zo een belangrijke communicatievorm is, is het relevant dat het onderwijs aandacht besteedt aan het aanbrengen van presentatievaardigheden bij leerlingen. Het aanleren en verbeteren van presentatievaardigheden is belangrijk in het secundair onderwijs. In de eindtermen komt dan ook naar voren dat leerlingen presentatievaardigheden moeten verworven hebben tegen het einde van het secundair onderwijs. Als dat van de leerlingen wordt verwacht, spreekt het voor zich dat presentatievaardigheden moeten worden aangeleerd en dat leerlingen voldoende oefenkansen moet worden aangeboden. Het is interessant voor leerlingen als ze reeds vaardig in presenteren worden tijdens het secundair onderwijs. Zo hebben ze de kans om deze vaardigheden tegen het hoger onderwijs en/of hun latere job verder te optimaliseren.

  1. Verhaalstructuur in presentaties: de presentatie als verhaal

Nu kan ook bij presenteren binnen het onderwijs de focus meer worden gelegd op de verhaalstructuur. Het geven van een presentatie is vergelijkbaar met het vertellen van een verhaal aan het publiek. Bij het vormgeven van de presentatie moet er aandacht zijn voor de structuur van het verhaal dat wordt verteld. Tijdens zo een presentatie staan de noden van het publiek voorop. Het publiek heeft namelijk niet alleen nood aan logica, ook de emoties moeten worden aangesproken. Reeds in de retoriek van Aristoteles stond, naast ‘ethos’ en ‘logos’, emotie of ‘pathos’ centraal (Duarte 2010). Hieraan kan een narratieve structuur tegemoetkomen. Het gebruik van een verhaal is de meest krachtige manier om mensen aan te spreken.

Een goede verhaalstructuur omvat zowel conflicten en contrasten als problemen en oplossingen (Reynolds 2011). Volgens Atkinson (2008) moeten de klassieke verhaalelementen, zoals aangegeven door de Griekse filosoof Aristoteles, in rekening worden gebracht voor een krachtige verhaalstructuur. Ook Duarte (2010) legt de link met de structuur van het oude Griekse drama volgens Aristoteles. Op basis van die structuur ontwikkelde ze volgend presentatieformat.

In het begin van de presentatie wordt de huidige situatie van het publiek beschreven. Dat deel eindigt met een keerpunt, waarbij wordt aangegeven wat zou kunnen zijn.

194

7. Onderwijsinnovatie

Dat zorgt voor spanning. In het middendeel, welk het langste is van de drie, wordt steeds gespeeld met de tegenstelling tussen wat is en wat zou kunnen zijn. Ook wordt een beroep gedaan op andere contrasten, zoals een contrast in emoties, in de manier van presenteren, etc. Het middendeel eindigt met een tweede groot keerpunt, waarin het publiek wordt opgeroepen tot actie. De spreker geeft mee wat het publiek kan doen en hoe. Het laatste deel van deze structuur is het slot, dat een toekomstige fase voor het publiek meegeeft.

Er werden reeds een reeks beroemde presentaties geanalyseerd volgens dit model, zoals bijvoorbeeld de speech van M.L. King. In deze presentaties werden dus achteraf narratieve elementen herkend. Intussen zijn er al enkele presentatiegoeroes die manieren hebben uitgewerkt waarop men een presentatie kan creëren, vertrekkend vanuit een verhaalstructuur.

4. Storyboarding: verhalen leren vertellen

Reynolds (2014) en Atkinson (2008) halen hun inspiratie om een verhaal te ontwerpen bij een techniek die gebruikt wordt bij digitale animatiefilms, zoals Pixar. De makers van zulke animatiefilms besteden namelijk eerst heel veel aandacht aan het uitwerken van het verhaal, alvorens over te gaan tot het eigenlijke maken van de anima-ties. Het uitdenken van het verhaal is bij animatiefilms veel belangrijker om bij het publiek in de smaak te vallen dan de digitale effecten.

Makers van digitale animatiefilms gebruiken een techniek, genaamd storyboarding, voor het creëren van hun verhaal. Storyboarding is een manier om het verhaal te visualiseren. De techniek is bijzonder nuttig om de hele flow van het verhaal te zien en te ontdekken of het verhaal werkt, alvorens de film echt gemaakt wordt. Vaak worden de woorden ook bij het storyboard gevoegd, nog voor het eigenlijke filmwerk. Zo spreekt iemand de tekst van de personages in, terwijl de camera over de schetsen gaat. Het concept achter storyboarding is eigenlijk niet nieuw. Reeds in het oude Egypte – en zelfs nog vroeger – vertelden mensen al verhalen aan de hand van een opeenvolging van schetsen. De techniek van het storyboarden is niet alleen bruikbaar bij het maakproces van een animatiefilm, maar kan perfect worden toegepast tijdens de voorbereiding van een presentatie. Eens het idee er is, kan men voor het overgaan naar de visuele technologie een ruwe schets maken van hoe elke dia er kan uitzien, om een overzicht te krijgen over de flow en de structuur van het verhaal dat je wilt brengen. Pas als dat goed zit, kan overgegaan worden tot het maken van de slides zelf, in PowerPoint of in een andere presentatietechnologie (Reynolds 2014).

Het integreren van een verhaalstructuur en de storyboardmethode in presentaties en de training van presentatievaardigheden kan een boeiend pad zijn, maar wordt amper belicht in de onderzoeksliteratuur.

7

195

28ste HSN-CONFERENTIE

  1. Storyboarding in het onderwijs: een onderzoek

Tijdens het schooljaar 2014-2015 loopt een masterproefonderzoek, waarin zal gekeken worden naar de invloed van een presentatietraining die aandacht heeft voor de narratieve structuur bij leerlingen uit de laatste graad van het secundair onderwijs. Aangezien een presentatie volgens een verhaalstructuur een meer natuurlijke manier van communiceren is (Casteleyn 2013), kan zo een presentatietraining een grotere impact hebben op de leerlingen dan een training waarin wordt gewerkt volgens een logisch-wetenschappelijke structuur.

Bij het onderzoek zullen volgende onderzoeksvragen centraal staan:

  1. Wat is de impact van storyboardingals manier om presentaties te structureren op de presentatie-self-efficacy van de sprekers?

  2. Wat is de impact van storyboarding als manier om presentaties te structureren op het product van de presentatie?

  3. Hoe verloopt het proces van het structureren van een presentatie via storyboarding?

  4. Hoe evalueren beginnende sprekers storyboarding als manier om een presentatie voor te bereiden?

Bij een presentatietraining die innovatieve technieken gebruikt, is het boeiend om de output onder de loep te nemen. Dat zal gebeuren door te kijken naar de producten van de leerlingen, namelijk de uitgewerkte voorbereidingen en de uiteindelijke presentaties. Daarnaast is het ook belangrijk om te focussen op de leerlingen zelf. Zo zal worden bevraagd hoe ze de training hebben ervaren, hoe ze denken over hun presentatievaardigheden, hoe gemotiveerd ze waren door de training, wat ze hebben meegenomen uit de training, etc. Om te zien of de eventuele effecten van de training kunnen worden toegewezen aan de innovatieve technieken die worden gebruikt, of louter aan het feit dat er een training is geweest, zal telkens gewerkt worden met twee condities. Zo kan gekeken worden naar de verschillen tussen een traditionele training, op de manier waarop leraren nu al presentatievaardigheden aanbrengen en de experimentele training, die leerlingen presentaties leert creëren met aandacht voor een narratieve structuur.

Referenties

Atkinson, C. (2008). Beyond bullet points: using Microsoft Office PowerPoint 2007 to create presentations that inform, motivate and inspire. Redmond, WA: Microsoft Press.

Casteleyn, J. (2013). New media and the rhetoric of presentations: explorations in education. Gent: Academia Press.

196

7. Onderwijsinnovatie

Duarte, N. (2010). Reasonate: Present visual stories that transform audiences. Hoboken, NJ: John Wiley & Sons.

Reynolds, G. (2014). “Storyboarding and the art of finding your story” [Weblog post]. Online raadpleegbaar op: http://www.presentationzen.com/presentationzen/2014/05/storyboarding-the-art-of-finding-your-story.html.

Reynolds, G. (2011). The naked presenter: Delivering Powerful Presentations with or without slides. Berkeley, CA: New Riders.

Ronde 7

Arnoud Kuijpers (a) & Rutger Cornelissen (b)

  1. Candeacollege, Duiven

  2. Edutrainers, Amsterdam Contact: a.kuijpers@candea.nl r.cornelissen@candea.nl

  3. Flip je les Nederlands!

    De eenentwintigste eeuw is de eeuw van de digitale revolutie. De wereld om ons heen verandert ongekend snel. Mensen leggen contact op websites, vergaren informatie en kopen producten online. We hebben voortdurend een telefoontje in de hand en zijn actief op sociale media, zoals Whatsapp, Facebook en Twitter. Echt en virtueel grijpen in elkaar. Deze veranderende, sociaalmaatschappelijke structuren stellen het onderwijs voor een enorme uitdaging. Want hoe kunnen we leerlingen op school motiveren voor ons vak, in een wereld die zo veelzijdig en dynamisch is en zo rijk aan informatie?

    Eén van die antwoorden is Flipping the Classroom. Hierbij denk je misschien onwillekeurig aan de instructievideo’s die duizenden docenten zijn gaan maken in navolging van hun Amerikaanse inspirators, Bergman & Sams. Maar wat is nu eigenlijk Flipping the Classroom? Kort gezegd komt het erop neer dat de plaats van instructie is omgedraaid: uitleg krijgen leerlingen niet meer in de les, maar thuis. Ze krijgen die uitleg door middel van instructievideo’s – maar het kan eigenlijk door middel van elke vorm van online content: websites, fora, etc. Leerlingen verwerken de informatie hieruit op hun eigen tijd en plaats, in hun eigen tempo.

    Het gaat bij flippen ook niet zozeer om de video. Waar het om gaat, is wat de leerling in de les doet met de door hem opgedane kennis uit de video. Dat is misschien wel de echte flip: niet de uitleg van de docent, maar het leerproces van de individuele leerling komt centraal te staan. De docent wordt een begeleider. Doordat de

    7

    197

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
mondelinge taalvaardigheid
taalcompetenties
land
België
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
ICT

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014