De Taaladviesbank, voor wie nooit geen fouten meer wil maken

Gerard Bohncke  ·  13de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1999  ·  pagina 9 - 18

De Taaladviesbank, voor wie nooit geen fouten meer wil maken...

Gerard Bohncke

Docenten Nederlands zijn vaak taalliefhebbers. U hebt meerdere woordenboeken op de plank staan, de Algemene Nederlandse Spraakkunst, briefwijzers, spellingwijzers en stijlwijzers. Collectief verkneukelt u zich om de dagelijkse versprekingen van Philip Freriks in het NOS-journaal, maar massaal doet u mee aan het Nationale Dictee.

Vaak heeft u er als `taaldeskundige' een paar klusjes bij: het begeleiden van de schoolkrant-redactie, stukjes redigeren voor een plaatselijk verenigingsblad, het corrigeren van sollicitatiebrieven van kennissen etcetera. Noem dit maar semi-professioneel schrijven. Het gaat niet om het grote geld. U wordt vaak voor dit werk benaderd vanwege de kwaliteit die men van u verwacht.

Maar naast de lestaken zijn docenten Nederlands vaak op een professioneel niveau met teksten aan het werk:

  •  Het ontwerpen en schrijven van lesmaterialen, voorbeeldteksten, studiewijzers.

  •  Het schrijven van teksten over het eigen vak, over de eigen school voor studiegidsen, promotiemateriaal en dergelijke.

  •  Het professioneel schrijven voor vaktijdschriften, onderwijsbladen.

Voor deze schrijftaken staan inmiddels veel hulpmiddelen ter beschikking. Naast de bovengenoemde woordenboeken en schrijfwijzers raken we op grote schaal vertrouwd met elektronische gereedschappen, zoals de tekstverwerkers, die het corrigeren en reviseren van teksten sterk vereenvoudigen, met spelling- en grammaticacontrole, met woordenlijsten op Cd-rom. Ook schrijfwijzers komen nu beschikbaar op Cd-rom. Ik wil de elektronische hulpmiddelen eens nalopen:

  1. De tekstverwerker

Tekstverwerkers zijn in vijf jaar tijd ontwikkeld tot een geavanceerde hulpmiddelen. De nieuwere versies hebben volledige opmaakfaciliteiten. Je kunt binnen deze tekstverwerkers alles doen met lettertypen, koppen, kolommen, illustraties, foto's, grafieken, tabellen en rekenbladen. De functionaliteit van spelling- en grammaticacontrole is sterk verbeterd. De aanwezige synoniemenfunctie maakt het eenvoudig om een gevarieerde tekst te produceren en ondersteuning van meerdere talen is geen enkel probleem meer. De stap naar spraakgestuurde tekstverwerking is in 1999 genomen: u typt niet meer, maar u spreekt de tekst in. Deze faciliteit komt binnen een jaar in het bereik van de thuisschrijvers.

  1. De spellingcontrole

Dit is nog steeds een weging op woordniveau. lk vindt en hij vind worden door de spellingscontrole niet afgevangen, omdat vindt en vind op zich bestaande Nederlandse woorden zijn, die afzonderlijk in de controlelijst voorkomen. Wie ooit produkt als goedgekeurd woord aan zijn woordenlijst heeft toegevoegd, moet nu even flink moeite doen om dit weer recht te krijgen. Er is bij een groep gebruikers behoefte aan spellingautomaten. Vanuit het onderwijs wordt daar argwanend naar gekeken. De huidige spellingcontrole geeft een melding als er een woord niet herkend wordt. Voor het verbeteren van dat woord is (gelukkig) nog een bewuste actie nodig, waarbij de schrijver reflecteert op zijn tekst.

9

  1. Grammaticacontrole

Van echte grammaticacontrole is nog geen sprake. Er wordt op een aantal globale gebieden `gemeten' en 'vergeleken'. Bijvoorbeeld op de zinslengte, op de samenhang tussen als en dan' op de samenhang tussen onderwerp en werkwoordsvorm. De feedback van de tekstverwerker op de vermeende foutsituatie is erg algemeen: 'Deze zin is erg lang. Lange zinnen worden door de lezer als moeilijk ervaren.' Of: 'als xxx het onderwerp van deze zin is, en yyy de persoonsvorm, dan komen zij in persoon en getal niet overeen'. In de meeste gevallen zijn de xxx en yyy die uit de tekst gevist worden, door de schrijver helemaal niet als onderwerp en persoonsvorm bedoeld en wordt deze feedback als zinloos ervaren.

Wie in Word 97 vantevoren als één woord schrijft, krijgt het advies de delen los te schrijven. Wie dit advies opgevolgd heeft, krijgt direct advies om het aaneen te schrijven. De enige manier om aan deze lus te ontsnappen is door de feedback te negeren. Voor onzekere schrijvers is dat onprettig.

  1. Woordenlijsten op Cd-rom

Op een eerdere conferentie voor docenten Nederlands heb ik al eens Het Elektronisch Groene boekje besproken. Een positieve kant van deze uitgave is dat de woordenlijst bij installatie via een icoon toegevoegd wordt aan de knoppenbalk van de tekstverwerker. Dat maakt het mogelijk om tijdens het typen van een tekst de woordenlijst te raadplegen. Sterker nog: als je in de tekst een woord markeert en vervolgens op het icoon van het EGB klikt, wordt direct dát woord getoond. Bij een foutieve schrijfvorm in de tekst, wordt het meest nabije woord getoond, en kun je bladeren naar de goede schrijfvorm.

Echt een noodzakelijke aanvulling? Het Elektronisch Groene boekje biedt heel goed uitkomst waar de spellingcontrole van de tekstverwerker tekort schiet. En dat is niet vaak; de woordenlijsten die in de standaard spellingscontrole meegeleverd worden zijn erg uitgebreid. Bovendien kan de spellingcontrole tegenwoordig goed uit de voeten met woordcombinaties en samengestelde woorden.

Voor de taalliefhebber is het echter een prachtig instrument, omdat het EGB behalve de juiste spelling ook informatie geeft over geslacht, meervoudsvorming, vervoegingen en woordafleidingen. En het is natuurlijk wel het enige echte officiële Groene boekje!

10

  1. Elektronische woordenboeken

Voor schrijftaken zijn woordenboeken beperkt toepasbaar. Woordenboeken vervullen eerder een rol bij het lezen, bij tekstbegrip. Daarom komen ze voor ons pas om de hoek kijken als je teksten van anderen moet bewerken. Handig zijn de producten die bij een in de tekst gemarkeerd woord een venster openen met de betekenissen. Ook zijn elektronische woordenboeken nuttig als aanvulling op de synoniemenlijst; ze stellen je in staat om op een gemakkelijke manier je woordkeuze te variëren.

Een kwaliteitsproduct als het Groot woordenboek hedendaags Nederlands op Cd-rom biedt een dergelijke directe koppeling met de tekstverwerker nog niet, helaas. De Van Dale Junior woordenboeken op Cd-rom bieden naast eenvoudige uitleg en op kinderen afgestemde voorbeeldzinnen ook een uitspraak functie: aangeklikte woorden worden 'voorgelezen'. Een goede ontwikkeling, met name voor de klank-teken-koppeling in de schrijf- en leesdidactiek. Ook deze applicatie moet je apart starten naast de tekstverwerker. Om tijdens het schrijven dit woordenboek te raadplegen moet je schakelen tussen de twee applicaties.

Via het internet zijn, via de pagina's van onderwijsuitgeverijen, wel woordenboekjes op te halen die als windows-helpfile aan de tekstverwerker gehangen worden. Deze zijn dan via het helpmenu vanuit de tekstverwerker te raadplegen. Op moment van openen tonen ze direct het in de tekst gemarkeerde woord. De uitleg is kort, eenvoudig en op leerlingenniveau. Geen gereedschap voor een professionele schrijver, wel uitstekend geschikt voor de didactische omgeving.

  1. Elektronische schrijfwijzers

De grote dagbladen hebben voor de redactiemedewerkers protocollen opgesteld voor taal-en spellingkwesties. Toen de Volkskrant besloot om haar Stijlboek in boekvorm uit te geven, was dat een schot in de roos. Misschien voelde de Volkskrant zich, als 'trekker' van het Nationale Dictee, verplicht om voor zaken die buiten bereik van het Groene boekje vallen, een leidraad te geven. Wellicht heeft men ook commerciële motieven gevoeld: eind jaren tachtig nam de belangstelling voor taal opeens enorm toe. De nieuwe spelling in 1995 wakkerde die belangstelling nog eens aan. Nooit eerder was er zoveel honger naar taalspelletjes, woor-

11

denboeken en schrijfetiquette. De CD-rom versie van dit Stijlboek, kwam in 1998 op de markt.

Hier hetzelfde voordeel als bij het Elektronisch Groene Boekje: het programma wordt op moment van installatie gelinkt met de tekstverwerker en kan dus tijdens het typen van tekst geraadpleegd worden. Bij twijfel over woorden of uitdrukkingen, markeer je deze. Vervolgens klik je op het icoon van het Stijlboek en de index opent met het meest nabije woord. Gaat het niet om een specifiek woord, maar om een stijlkwestie in algemenere zin, dan kun je via verwijzingen doorbladeren; van concrete voorbeelden naar algemene noties en andersom.

Groot voordeel van het Stijlboek ten opzichte van de woordenlijsten en woordenboeken zijn de praktische aanbevelingen die er telkens gedaan worden met het oog op het einddoel: een goed leesbare tekst. Bijvoorbeeld de lemma's: "lengte afspraken" en "bondig schrijven". Gaat het om schrijfwijzen waarbij meer keuzen mogelijk zijn, dan wordt de aanbevolen keuze vrijwel altijd goed gemotiveerd, meestal met voorbeeldzinnen.

Onlangs kwam de Taaladviesbank op Cd-rom uit, een initiatief van de Nederlandse Taalunie in samenwerking met uitgeverij Sdu. Door de uitgever wordt dit product aangeprezen als 'de elektronische standaard voor taaladvies'. Op deze Cd-rom wil ik hieronder nader ingaan.

7. De Taaladviesbank

De redactie die namens de Nederlandse Taalunie aan dit project werkt, bestaat uit medewerkers van Van Dale lexicografie, van Wolters Woordenboeken, redactieleden van de ANS, taaladviseurs van het Vlaamse parlement, medewerkers van de grote universiteiten in Nederland en Vlaanderen. Dat roept verwachtingen op van kwaliteit. Ik bespreek de 2e release, met 750 taaladviezen. In vijf stappen wil men eind 2000 1500 taaladviezen op Cd-rom beschikbaar hebben.

Het programma wordt bij installatie in z'n geheel op de harde schijf gezet. De koppeling met tekstverwerkers loopt anders dan bij het Elektronisch Groene boekje en het Stijlboek. De taaladviesbank leent zich ervoor om als apart programma te starten. Je kunt dan eens rustig door alle categorieën bladeren en de verschillende indexen bekijken waarmee een taalprobleem benaderd wordt.

Het openingsscherm ziet er als volgt uit:

Illustratie 1: openingsscherm van de Taaladviesbank

12

De eerste drie regels duiden op indexen. Ten eerste: een index op negen vormen van mogelijke taalkundige problemen. Ten tweede een index op de taaladviezen in alfabetische vorm. Ten derde een index op de gebruikte termen en labels.

In de praktijk, bij concrete schrijfproblemen is de alfabetische index op taaladviezen het handigst. Bij een vergelijkend onderzoekje tussen verwante taalproblemen, is de taalkundige indeling weer makkelijker: daar worden alle voorbeelden bij een bepaald verschijnsel bij elkaar gezet.

Illustratie 2: de rubrieken binnen de index "Taalkundige Indeling"

Elke index heeft een aangepaste zoekfunctie. Daarom is het bijzonder handig dat er om al die indexen heen een overkoepelende zoekhulp is gebouwd. Die wordt gestart via het volgende icoon:

Wil je de Taaladviesbank vanuit de tekstverwerker raadplegen, dan heb je nu geen extra icoon op de taakbalk. Het is de bedoeling dat je de Zoekhulp van de Taaladviesbank opent voordat je met tekstverwerken begint. De zoekhulp is dan aanwezig op de achtergrond en wordt geactiveerd door het icoon van de kopieerfunctie. Stuit je op een taalprobleem of heb je ernstige twijfels omtrent een zojuist geschreven passage, dan markeer je een kernwoord uit het betreffende tekstgedeelte. Je klikt op 'Kopiëren' en de zoekhulp kijkt of het gemarkeerde woord voorkomt in de hoofdindex. Bij een zeroresultaat kun je doorklikken naar de volgende zoekfunctie.

In eerste instantie lijkt het programma te gaan zoeken in niet ter zake doende categorieën, maar na enig doorklikken kom je dan toch bij het gewenste taaladvies. Je moet je dan niet af laten schrikken door de melding "Geen item gevonden". Daar moet je als gebruiker juist aan verbinden dat je doorzoekt in de volgende categorie.

13

Het kan ook zijn dat je de oplossing niet vindt onder je eigen trefwoord, maar onder een item waarin een taalprobleem beschreven wordt dat vergelijkbaar is met het onderhavige. Die overeenkomst in problematiek moet je als gebruiker wel zelf onderkennen. Dat vraagt dus enig taalkundig inzicht. Is een trefwoord terug te vinden in de titelindex van taalproblemen, dan krijg je direct een schermpje over je tekst opengeklapt met adviezen bij dat trefwoord. Wanneer het trefwoord niet teruggevonden wordt in de titelindex, dan geeft het zoekscherm aan dat je verder kunt zoeken in de tekstindex. Daarmee wordt alle uitleg en voorbeeldzinnen gescreend. Wordt daar ook niets gevonden, dan kun je nog zoeken op labels en termen.

De uitleg die de Taaladviesbank geeft, is uitgebreid en goed gedocumenteerd. Hlj is opgebouwd uit verschillende niveaus:

  1. Het concrete antwoord op de kwestie: zó moet het geschreven worden

  2. Vergelijkbare kwesties

  3. Toelichting

  4. Verwijzingen naar bronnen die uitspraken gedaan hebben over deze kwestie, soms met citaten uit deze bronnen.

Illustratie 3: voorbeeld van een antwoordpagina van de Taaladviesbank

Voor de professionele en semi-professionele schrijver is deze Cd-rom een juweel van een hulpmiddel. Ook voor taalliefhebbers is deze Cd-rom een fantastisch cadeau. Uren kun je in de indexen bladeren, dwalend van taalprobleem naar taalprobleem. Omdat de indexen kruislings met elkaar verbonden zijn kun je makkelijk van klank/tekenproblemen uitwaaieren over allerhande taalkwesties.

14

8. Didactiek?

Maar nu de hamvraag voor de conferentie over Het Schoolvak Nederlands: Kun je dit middel ook didactisch inzetten? Het antwoord is: ja. Maar de docent moet voldoende zorg besteden aan de volgende drie punten.

  1. De leerlingen moeten leren omgaan met de zoekstructuren van het programma. Het is voor leerlingen niet interessant via welke index het antwoord gevonden wordt. De eenvoudigste zoeklijst voor hen is de alfabetische index. Als ze die met succes kunnen toepassen, is de bodem gelegd.

  2. De leerlingen moeten de niveaus leren interpreteren. De uitleg is voor leerlingen in veel te lange zinnen beschreven. Bovendien staat de gebruikte terminologie ver af van de basisgrammatica die de leerlingen zelf beheersen. Het is voor schrijftaken voldoende als ze zelfstandig de goede schrijfvorm te weten kunnen komen. Met het er op volgende "hoe en waarom" van de spellingkwesties moeten we ze niet vermoeien. Het is wel uitdagende lesstof, maar moet dan apart onder de loep genomen worden, bijvoorbeeld in een lesblok in het domein taalbeschouwing.

  3. Leerlingen moeten leren verbanden leggen tussen gelijksoortige problemen. Als een probleem niet via een trefwoord terug te vinden is, wil dat niet zeggen dat het probleem niet behandeld wordt. Het kan zijn dat het betreffende taalkundige verschijnsel wel besproken wordt, maar aan de hand van andere voorbeeldwoorden.

Voor de leerlingen ligt hier een knelpunt. Het is niet eerlijk om aan de leerling te vragen of hij ziet in welke taalkundige categorie zijn probleem valt, om hem daarna in de taalkundige index verder te laten zoeken. Wat wel goed kan is:

  •  Even 'in de creatieve stand': ken je andere woorden, waarin jouw probleem ook voorkomt? Geef dat nieuwe woord op als trefwoord.

  •  Overschakelen naar het overzicht; in de boomstructuur zie je een alfabetische lijst van alle behandelde items. Dat zijn onderwerpen en trefwoorden door elkaar. Daarin kunnen leerlingen zoeken naar vergelijkbare problemen.

Lesvoorbeelden

Hieronder wil ik een voorbeeld geven van een mogelijke opzet voor twee lessen met de taaladviesbank in de klas. De insteek is: dergelijke hulpmiddelen aanleren in de basisvorming. De lessen die je hieraan besteedt, kun je goed verantwoorden onder `taalbeschouwing'. In de Tweede Fase kunnen ze dit hulpmiddel zelfstandig toepassen.

LESMODEL 1

Niveau: 2vh — 3vmbo

Introductie van de Taaladviesbank Inleiding

Bij het schrijven van teksten stuit je wel eens op problemen. Is het nu 'bacteriën' of is het 'bacterieën'? In veel gevallen kan de spellingcontrole je aangeven of het door jou geschreven woord in de spellinglijst voorkomt. Komt jouw woord daar niet in voor, dan kan het zijn dat je het fout geschreven hebt. Dan is het prettig als je even verder kunt zoeken. In deze les ga je in tweetallen oefenen met dat zoeken.

15

Taaladviesbank.

Op het netwerk, onder Nederlands, staat een nieuw hulpmiddel geïnstalleerd: de taaladviesbank. Je moet dat niet zien als een spellingscontrole. De taaladviesbank werkt lang niet zo automatisch als de spellingcontrole. Het is een adviesinstrument. Je kunt een probleemwoord opgeven en het programma zoekt of het jouw probleem kent. Als dat zo is, volgt een advies hoe je verder moet gaan.

Kent het programma jouw probleem niet, dan moet je in de index kijken of er andere vragen zijn (dus ook met andere woorden) die in feite hetzelfde probleem bevatten.

Als bijvoorbeeld 'bacteriën' er niet in staat, kijk dan bij andere woorden die op   eindigen, zoals: industrie, ceremonie.

Oefening 1: verkenning (10 minuten)

  1. Open de Taaladviesbank. Je kiest altijd uit de eerste twee knoppen: Taalkundige indeling of Taaladviezen. Bij 'Taalkundige indeling' kun je zoeken op soort probleem. Dus: heb je een spelling probleem of een probleem met het samenstellen van twee woorden etc.

Bij `Taaladviezen' zie je een alfabet: daar kun je zoeken bij de letter waar jouw trefwoord mee begint.

  1. Blader eerst eens een paar minuten door de Taalkundige adviezen. Je ziet dat deze rubriek uit een soort stamboom bestaat. Om deze rubriek goed te gebruiken, moet je weten wat voor soort probleem je aan het zoeken bent.

  2. Kijk vervolgens een paar minuten in de `Taaladviezen'. Deze zijn veel eenvoudiger ingedeeld. Is het 'gisterochtend' of 'gisterenochtend'? Kijk bij de G. Vind je jouw trefwoord niet, denk dan na of je woorden weet waar hetzelfde probleem in voorkomt. Ga daarna onder dié letter kijken!

  3. Denk je dat je een beetje de weg weet in de Taaladviesbank? Ga dan verder met oefening 2. Oefening 2: vragen oplossen (20 minuten)

Hieronder staan 10 "problemen". Los ze op door uit de Taaladviesbank de korte antwoorden over te nemen. Je hoeft niet de hele uitleg te lezen. Die is vaak veel te ingewikkeld. Snap je het korte antwoord niet, kijk dan bij een van de vergelijkbare gevallen die onder het antwoord aangegeven staat.

 
 

16

 

 

Slotronde: (10 minuten)

Straks komen vijf teams aan de beurt om de oplossing van één van de problemen aan de klas te vertellen. Kies nu het probleem dat je samen met je buurman/vrouw gaat vertellen als je de beurt krijgt. Geef dan antwoord op de volgende vragen:

  • Wat was je vraag?

  • Wat heb je gevonden?

  • Is dat voor jou een goed antwoord?

  • Hoe heb je gezocht?

  • Ging het zoeken goed?

LESMODEL 2.

De Taaladviesbank toepassen

Inleiding

De vorige les heb je geoefend met de Taaladviesbank. Die heb je toen als apart programma geopend. In deze les gaan we oefenen met het opvragen van schrijfadviezen terwijl we een tekst aan het typen zijn.

De taaladviesbank heeft daarvoor een speciale knop: de Zoekhulp:

in

Oefening voor tweetallen; 45 minuten

Onderdeel A; een verhaaltje schrijven. (15 minuten)

 
 

Onderdeel B; woorden controleren. Lees deze uitleg (5 minuten)

  1. Straks markeer je een van de opgegeven woorden. Daarna klik je op het icoon "kopiëren"

  2. De zoekhulp van de Taaladviesbank wordt nu automatisch ingeschakeld.

  3. Zoekhulp kijkt of het woord voorkomt in de taalkundige rubrieken.

  4. Als dat zo is, klik je op de blauwe regel er klapt een venster met uitleg open.

17

  1. Als je woord niet gevonden wordt, zie je:

  2. Zoek in tekst betekent: Zoekhulp gaat kijken of jouw woord ergens in de voorbeeldzinnen voorkomt. Dubbelklik op de donkere regel en er wordt verder gezocht

  3. Soms krijg je meerdere vindplaatsen terug. Blader door de uitlegschermen en kies de uitleg die het meest van toepassing is op de situatie in jouw tekst.

Onderdeel C: Woorden controleren en schema invullen (15 minuten) Via stap B1 t/m B7 vul je het volgende schema in:

 

Woord

Probleem

Antwoord

A Full-time

Is het fulltime of full-time?

 

 

Dus is het vast of los?

 

B Directeur

Kun je wel spreken van een directeur

als het een vrouw is? Of moet je zeg-

gen 'directrice'?

 

C Beide

Is het beide of beiden? Kijk goed naar

hoe je het in jouw verhaal gebruikt

hebt!

 

D Sowieso

Is   het woord   'sowieso' wel   Neder-

lands? Mag je het gebruiken of liever

niet?

 

E Produktie

Is het produktie of productie? Dus een

k of een c?

 

Slotronde: nagesprek (10 minuten)

Wat lukte goed, wat niet?

In deze slotronde vertel je in de klas welk probleem je het snelst opgelost had, en over welk probleem je het langst gedaan hebt. Luister goed naar de verslagen van de andere groepjes. Zijn er overeenkomsten tussen de groepen?

Zijn er woorden die jullie niet gevonden hebben, maar andere wel?

Hoe komt dat verschil?

Nawoord

Ik hoop met deze presentatie aangetoond te hebben dat professionele schrijfgereedschappen in de klas van dienst kunnen zijn. Voorwaarde is wel dat de docent er vrede mee heeft dat de leerlingen slechts een deel van de mogelijkheden benutten. Aangepaste lessen om dergelijke programmatuur te introduceren zijn noodzakelijk.

Besproken programma: CD-rom Taaladviesbank, 2e release, Sdu Den Haag, ISBN 90 57 97012 0.

18

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
schrijfonderwijs
spelling
taalbeschouwing/argumentatie
land
Nederland
onderwijstype
basisonderwijs
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
ICT

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

13de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1999