Drie voor de prijs van één: Project Algemene Vakken

Erik Herbosch  ·  8ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1994  ·  pagina 99 - 102

Recognized HTML document

Drie voor de prijs van één:

Project Algemene Vakken

Erik Herbosch

1 Vernieuwingen in het beroepssecundair onderwijs

Nederlands, wiskunde en maatschappelijke vorming waren in Vlaanderen jarenlang zo'n beetje de stiefkinderen van het beroepsonderwijs. Leerlingen waren niet gemotiveerd, leerkrachten klaagden over te weinig tijd, ruimte en omkade-ring, de leerstof was wereldvreemd en de resultaten vaak bedroevend.

Goed tien jaar geleden kreeg het beroepsonderwijs een grondige opknapbeurt. De eerste graad kreeg via project- en thema-onderwijs het uitzicht van een op-vangperiode ('onthaal'). In de tweede en de derde graad werden de algemene vakken gebundeld en herdoopt : PAV, het ei van Columbus.

Dat PAV werd een lonende uitdaging. Rond een maatschappelijk relevant onderwerp wordt een bundel uitgewerkt waarin zowel Nederlands als wiskunde en maatschappelijke vorming uitgebreid aan bod komen.

Vernieuwd BSO in Vlaanderen

1 B   Eerste graad :   Brugklas

Onthaal   Remediëring basisonderwijs Projectweken

2 BVL: beroepsvoorbereidend   Eerste graad:   Thematisch onderwijs

leerjaar   Onthaal

3 B   Tweede graad   Project Algemene Vakken (NI-Wi-MV) 6 u/week

4 B   Tweede graad   Project Algemene Vakken (NI-Wi-MV) 6 u/week

5 B   Derde graad   Project Algemene Vakken (NI-MV) 4 u/week

6 B   Derde graad   Project Algemene Vakken (NI-MV) 4 u/week

7 Specialisatie   Project Algemene Vakken (NI-MV) 6 u/week

Toen er men in Vlaanderen zo omstreeks 1980 aan begon te denken om de kwaliteit van het beroepsonderwijs te verbeteren, was dat niets te vroeg, maar in België gebeurt zelden iets te vroeg. De beroepsscholen, en zeker de jongensscholen, waren overwegend bevolkt met gefrustreerde en schoolmoeë leerlingen, die vaak les kregen van moegetergde en dikwijls uitgebluste leerkrachten. Je kon het eigenlijk geen van beide partijen verwijten : de leerlingen misten het talent om uit te blinken; hun leerkrachten wilden vaak wel, werkten misschien wel hard maar kregen van overheidswege niets mee dat op enige fatsoenlijke omkadering

Recognized HTML document

100   Erik Herbosch

leek : grote klassen, verouderde handboeken, vaak slechte lessenroosters, ongezellige klaslokalen (want al het geld dat beschikbaar was, moest dienen om de werkplaatsen uit te bouwen) en nog zo veel meer. Je zou van minder gefrustreerd raken. Je zat als leraar in het BSO in een vicieuze cirkel, die niet anders dan demotiverend kon werken.

Een goede tien jaar geleden begon men met de opwaardering van het bso. Leerkrachten werden voor een aantal lesuren vrijgesteld — zij kregen dan dure maar verder ook financieel niet gehonoreerde titels zoals 'intern pedagogisch begeleider', om allerhande proefprojecten uit te werken. Ik zet ze even op een rijtje.

2 Projectonderwijs in het eerste jaar

Er wordt drie weken, verspreid over het schooljaar, opgehouden met het klassieke lesgeven. In de plaats daarvan wordt een echte activiteitenweek gepland. Bij ons op school werken we een van de volgende weken rond speelgoed. We spelen gezelschapsspelletjes, gaan eens in het speelgoedmuseum kijken, maken zelf een groot ganzenbord enz. Een hele week lang worden rond dat ene onderwerp allerhande activiteiten georganiseerd. De doelstellingen liggen hier vooral op het sociale vlak, met elkaar leren samenwerken bijvoorbeeld. Het klassieke lessenrooster vervalt en er staan voortdurend minstens twee leerkrachten in de klas. Dat houdt in dat projectonderwijs vaak in de vrije tijd van de leerkracht plaatsvindt. Niet alleen de voorbereiding vraagt veel werk, de leraren brengen tijdens het project ook heel wat uren onbezoldigd door in de klas. Een project is alleen maar mogelijk als daar genoeg leerkrachten toe bereid zijn.

3 Thematisch onderwijs in het tweede jaar

In het tweede jaar zijn er klassieker geïntegreerde leerperioden. Het gewone lessenrooster wordt alleen voor een uitstap doorbroken, maar elke leerkracht blijft gewoon les geven tijdens de hem toegewezen uren. Nieuw is dat het lesonderwerp voor iedereen rond hetzelfde thema draait. Afgelopen maand gaven wij ongeveer twee weken les rond het thema 'sport'. Elke leerkracht richt daar zijn lessen op, zodat de leerlingen een verband leggen tussen de verschillende vakken. De leerstof wordt weer even wat levensechter.

4 Project Algemene Vakken vanaf de tweede graad

In de tweede en de derde graad is het PAV een beetje een uitloper van de voorgaande proefprojecten. Het organiseren van projectweken bleek vooral organisatorisch te omslachtig en te veeleisend voor de lesgever; aan de andere kant lukt

Recognized HTML document

Drie voor de prijs van één: Project Algemene Vakken   101

het werken rond een vast thema vooral vanaf het derde jaar niet voor alle vakken even goed.

Toen kwam iemand, vraagt u mij niet wie, op het idee om de algemeen vormende vakken tot een geheel samen te voegen. Zo moesten driemaal twee uur (Nederlands, wiskunde, maatschappelijke vorming) in één vak van zes uur. Het grote voordeel was dat je een onderwerp kon belichten in zijn geheel: het was niet meer zo dat je een betalingsformulier liet lezen en invullen tijdens de lessen Nederlands, dat je tijdens de lessen maatschappelijke vorming uitlegde waar en wanneer en hoe je zo'n formulier diende te gebruiken en dat je dan tijdens de wiskundeles nog eens de getallen ging berekenen die je eventueel diende in te vullen. Wat vroeger als leerstof werd aangediend, kreeg nu een waarde; dingen werden realistisch, ze bestonden écht. Vakken vloeiden in elkaar over en hielden op te bestaan. PAV werd een geïntegreerd vak, waarbij het onderscheid tussen de verschillende deelvakken opgeheven werd.

5 Hoe begin je eraan ?

Je kiest een onderwerp waarvan je vermoedt dat het de leerlingen zal interesseren (enkele voorbeelden : krant, zakgeld, alcohol, strips, muziek, vandalisme, auto's, gezondheid...) Wij zijn volledig vrij in onze keuze, ik weet niet of dat in Nederland ook kan. Dan diep je dat onderwerp uit. Je kunt dat alleen doen, maar ,het is natuurlijk voordeliger als je met z'n tweeën of drieën kunt brainstormen. Zo kom je ongetwijfeld tot een waslijst van ideeën. Je stelt je prioriteiten: wat wil je in dit thema zeker behandelen? welk aspect is eventueel bijkomstig? wat is het uiteindelijke doel ? waar wil je met je bundel naartoe ?

Dan komt het moeilijkste onderdeel: je moet op zoek naar interessant materiaal, eventueel naar een bevoegd persoon om een aspect te komen toelichten, een bedrijf of een museum zoeken waar je naartoe kan gaan, relevante maar toch leuke en voor de leerlingen interessante teksten en cartoons sparen en dat allemaal uitschrijven, schikken, snoeien, knippen en plakken, zodat je uiteindelijk een bundel krijgt waarmee je in de klas een drietal weken kan werken. Men schrijft bij ons een periode van drie weken voor maar naar mijn smaak mag dat ook wel langer duren, als je onderwerp maar interessant genoeg is.

Misschien kan dit ook nog een tip zijn : bij ons is het zo dat je je veel werk kan besparen door van die uitgewerkte PAV-bundeltjes te kopen voor jezelf en je leerlingen. Wij doen dat op onze school bewust niet omdat wij vinden dat je dan toch weer snel vervalt in het werken met voor jouw leerlingen vreemde schoolboeken. In je eigen bundel kan je je eigen leerlingen aanspreken zoals je ze kent: in hun taal, op hun niveau, naar hun mogelijkheden.

Zo werkt het in grote lijnen en bij ons, niet alleen in onze school maar in vele andere scholen, ook met succes. De leerlingen werken graag aan die boekjes, de leerstof is op maat en interessant, de werkmethoden zijn zeer gevarieerd en als

Recognized HTML document

102   Erik Herbosch

leraar werk je vanzelf met veel meer geestdrift. Je werkt immers met je eigen produkt: je presenteert als leraar ook jezelf Je werkt met dingen waar je achter staat en dat verhoogt alleen maar de kans op slagen.

6 Valkuilen vermijden

Als u PAV wil of kan gaan geven, moet u toch voor enkele valkuilen op uw hoede zijn, die het u onmogelijk kunnen maken om echt fatsoenlijk te werken.

PAV verdient een vaklokaal. Wij hebben dat niet. Dat betekent dat je voortdurend onderweg bent met landkaarten, cassetterecorders of bandopnemers, cd-spelers, videobanden, atlassen enz. en dat je de overige tijd wel zoek krijgt met het vastleggen van het videolokaal of het organiseren van een of andere uitstap.

De klasgroep mag niet te groot zijn. PAV is zeer arbeidsintensief, zowel voor leerkrachten als voor leerlingen. Het zou dus eigenlijk niet mogen, zoals het bij ons helaas wel het geval is, dat je les moet geven aan pakweg 20 leerlingen uit verschillende richtingen. Je kan dan onmogelijk nog individueel werken.

PAV vereist ondersteuning van collega's en directie. Het is slopend om een heel schooljaar lang creatief te zijn en bundeltjes uit te werken voor een klas waarin je per week maar 6 uur les geeft. Ook je andere leerlingen hebben recht op goede lessen. De PAV-leerkracht heeft vaak geen parallelklassen en heel veel werk. Hij zou van zijn directie een gunstig lessenrooster, mogen verwachten. De ervaring leert ons dat hij dat niet altijd krijgt.

Teamwork is een absolute must. Precies doordat een PAV-Ieraar vaak alleen staat, draagt hij een zware last op zijn schouders. Als hij een goede relatie heeft met zijn klas, is hij veel meer dan zomaar een lesgever. Als de relatie met de klasgroep niet goed is, heeft hij het zo al moeilijk genoeg. Hij staat vaak op een eiland. Dat is zenuwslopend en soms pijnlijk.

Een PAV-leerkracht staat bovendien voortdurend onder zware tijdsdruk: terwijl je les geeft uit het ene bundeltje moet je een nieuw thema klaarstomen, dat liefst even speels en spits en creatief is als het voorgaande.

Voor een uitgewerkt voorbeeld verwijs ik naar de bijdrage van collega Guy Staepels in deze bundel.

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
project algemene vakken
taalverwerving
land
België
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

8ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1994