Gedocumenteerd Opstel

Hans Goosen & Tineke Vergeer  ·  13de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1999  ·  pagina 79 - 81

Gedocumenteerd Opstel

Hans Goosen en Tineke Vergeer

1. Voorbeeldmateriaal voor het nieuwe schoolexamen schrijfvaardigheid

Met de invoering van de nieuwe eindexamenprogramma's voor havo en vwo geldt niet langer het centraal schriftelijk examen stelvaardigheid. Daarmee komt een eind aan de praktijk van het traditionele titelopstel, waarbij de leerlingen in een centraal examen konden kiezen uit een tiental opdrachten.

In het nieuwe examenprogramma wordt schrijfvaardigheid getoetst in een schoolexamen. Allereerst moeten de leerlingen voor dat nieuwe examen een schrijfdossier aanleggen, waarin ze aantonen dat zij verschillende fasen van het schrijfproces bij herhaling hebben uitgevoerd; dat schrijfdossier moet naar behoren zijn afgerond. Aansluitend op het schrijfdossier moeten de leerlingen als examentoets een gedocumenteerde tekst schrijven.' De tekst van het examenprogramma geeft over de eindtoets verder geen uitwerking. Het is wel duidelijk dat aan de ene kant het titelopstel is afgeschaft en dat aan de andere kant niet de vorm van Gericht Schrijven voor alle scholen in Nederland als verplichte examenvorm is ingevoerd. Maar iedere afzonderlijke school zal bij de inrichting van het nieuwe schoolexamen schrijfvaardigheid nog talloze keuzes moeten maken.

Een aantal secties Nederlands onder het bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs heeft het initiatief voor een interscholaire werkgroep genomen. De opdracht voor die werkgroep was om, als een soort service-instituut, voorbeeldmateriaal voor het schoolexamen schrijfvaardigheid te ontwikkelen. Dat voorbeeldmateriaal zou voor de afzonderlijke scholen als een oriëntatiepunt kunnen dienen bij de nadere inrichting van het schoolexamen. Op de eerste plaats wordt het voorbeeldmateriaal gebruikt als aanknopingspunt voor gezamenlijke bespreking op de (niet-verplichte) uitwisselingsbijeenkomsten die door de werkgroep georganiseerd worden. Op de tweede plaats kan het materiaal ook (naast of in samenhang met de gehanteerde schoolmethode) gebruikt worden door de leerlingen op weg naar hun examentoets.

Bij de ontwikkeling van het materiaal is als uitgangspunt de examenvorm van het Gedocumenteerd Opstel genomen. Bij deze vorm van gedocumenteerd schrijven zijn geruime tijd voor het examen twee thema's bekend gemaakt. Bij ieder thema zijn enkele subvragen toegevoegd, die de leerlingen duidelijk maken in welke richting zij zich kunnen documenteren. Op de examenzitting mag een deel van het door de leerling geselecteerde bronnenmateriaal meegenomen worden. Dan krijgen de leerlingen bij ieder van de vastgestelde thema's minstens twee schrijfopdrachten in aansluiting op de subvragen. De leerling kiest zelf welke opdracht hij uitwerkt.

Het bronnenmateriaal kan al op eerdere momenten in het schrijfonderwijs gebruikt worden; bovendien zijn er gebruiksmogelijkheden voor bijvoorbeeld leesvaardigheid of mondelinge vaardigheden.

Bij de keuze voor Gedocumenteerd Opstel waren voor de OMO-werkgroep o.a. de volgende overwegingen van belang:

  1. Gedocumenteerd Opstel is voor de docent minder arbeidsintensief dan G.S.;

  2. Gedocumenteerd Opstel laat de leerlingen genoeg ruimte voor zelfstandig documenteren;

79

c. in de onderwijspraktijk voorafgaand aan het schoolexamen biedt Gedocumenteerd Opstel volop mogelijkheden tot klassikale uitwisseling en bespreking;

Van alle OMO-scholen zijn in 1998 slechts 4 scholen zowel op havo al vwo gestart met de invoering van de Tweede Fase. De havo-leerlingen zullen in 1999-2000 de eerste leerlingen zijn die onder de regeling van het nieuwe schoolexamen vallen. Drie van die vier scholen zullen de examenvorm van het Gedocumenteerd Opstel realiseren met behulp van het materiaal dat door de werkgroep is vervaardigd. Over de ervaringen tot nu toe rapporteren twee van de betrokken scholen, de S.G. Roncalli uit Bergen op Zoom en het Pauluslyceum uit Tilburg.

2. S.G. Roncalli

De sectie Nederlands van Roncalli heeft bij de invoering van de Tweede Fase nog niet een nieuwe schoolmethode voor taalvaardigheid aangeschaft. In het bestaande, oude stencilmateriaal kon veel geschrapt worden. In plaats daarvan kon ruimhartig gebruik gemaakt worden van het materiaal dat door de OMO-werkgroep was vervaardigd. In de lespraktijk konden zo de verschillende taalvaardigheden geïntegreerd aan de orde komen: teksten die gekozen waren als documentatie voor de schrijfopdrachten vormden ook het uitgangspunt voor tekstanalyse en het oefenen voor de betogende voordracht. (Tijdens de HSN-bijeenkomst zijn verschillende leerlingenproducten getoond: enkele documentatiemappen, verschillende producten uit schrijfdossiers.)

Tot aan de invoering van de nieuwe examenprogramma's werd op Roncalli Gericht Schrijven als examenvorm gerealiseerd. In de vergelijking met die examen- en onderwijspraktijk blijken o.a. de volgende verschillen.

Verlies:

  • door het verdwijnen van de vrije onderwerpskeuze ontstaat minder variatie in de documentatie en de schrijfopdrachten van de leerlingen;

  • een vanzelfsprekende koppeling van de documentatiemap voor G.S. en het schoolexamen spreken/luisteren vervalt.

Winst:

  • de praktijk van het Gedocumenteerd Opstel is voor de docent minder intensief, omdat hij
    bijvoorbeeld niet meer voor elke leerling aparte examenopdrachten hoeft te bedenken;

  • het niveau van de discussies over het onderwerp van de schijfproducten is hoger: alle leerlingen hebben zich in hetzelfde thema verdiept.

3. Pauluslyceum

Op het Pauluslyceum is bij de invoering van de Tweede Fase een nieuwe schoolmethode aangeschaft: Taaldomein. Die methode voorziet in een uitgebreide leerlijn voor schrijfvaardigheid en besteedt extra aandacht aan documenteervaardigheden. Voor de invulling van het schrijfdossier geeft de methode voldoende materiaal; een precieze invulling van het schoolexamen schrijfvaardigheid wordt echter aan de school overgelaten. De sectie Nederlands van het Pauluslyceum heeft geprobeerd zoveel mogelijk elementen uit de nieuwe methode te realiseren, terwijl ze uiteindelijk in het schoolexamen bij de vorm van Gedocumenteerd Opstel wilde uitkomen. Dat bleek met een enkele aanpasssing goed mogelijk. (Tijdens de bijeenkomst werd een overzicht van het uitgevoerde lesprogramma uitgedeeld.)

Tot de invoering van de nieuwe examenprogramma's werd op het Pauluslyceum als examenvorm het traditionele titelopstel aangeboden. De ervaringen met Gedocumenteerd Opstel zijn positief. In hun evaluatie noemen door de betrokken docenten de volgende punten:

80

  •  methode goede ondersteuning wat betreft structuren en aanpak schrijfproces;

  •  drie subvragen is (bij een eerste thema) voor 4havo (waarschijnlijk) te veel;

  •  bij eerste bespreking bronnen meer aandacht voor subvragen nodig;

  •  nu meer (zinvolle) aandacht voor documenteren en verwerking bronnen dan in vroegere lespraktijk;

  •  voor docent meer punten te beoordelen bij eindopdracht (anders plannen);

  •  leerlingen gedreven aan het werk.

4. Uitwisselingsbijeenkomsten

Inmiddels heeft de werkgroep al rond drie verschillende thema's materiaal ontwikkeld. Daarnaast organiseert de werkgroep één à twee keer per jaar een bijeenkomst waarin het materiaal wordt toegelicht, ervaringen worden besproken, wensen voor nieuwe activiteiten worden geïnventariseerd. Vertegenwoordigers van zo'n twintigtal scholen vormen de kern van die besprekingen. In de eerste bijeenkomsten is veel aandacht uitgegaan naar de precieze regels rond het schrijfdossier en het schoolexamen schrijfvaardigheid. In de laatste bijeenkom-stens is meer aandacht geweest voor ervaringen met eenvoudige beoordelingsmodellen en de praktische inrichting van het schoolexamen.

81

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
schrijfonderwijs
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
beoordelingsinstrumenten
onderwijsleermateriaal

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

13de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1999