Gewoon beginnen! Taaldidactiek en activerende didactiek in alle vaklessen

Marijke Kaatee  ·  17de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2003  ·  pagina 8

Gewoon beginnen! Taaldidactiek en activerende didactiek in alle vaklessen
Marijke Kaatee
(M. Kaatee Onderwijs- & Taaladvies)

Het doel van de workshop is deelnemers te laten nadenken over wat zij zelf belangrijk vinden bij taalgericht vakonderwijs en taalbeleid, dit te bespreken met collega's of deskundigen en zo van anderen te horen welke ervaringen zij hebben bij taalbeleidsontwikkeling, welke knelpunten ze zijn tegengekomen en hoe ze die knelpunten hebben opgelost. Achterliggend doel is dat door kennis te nemen van ervaring van anderen, de taalbeleidsontwikkeling op de eigen school kan worden gestart, versterkt of omgebogen.

Er zal worden gewerkt in groepjes om deelnemers te laten ervaren dat deze werkvorm effectief is om snel ervaringen of kennis uit te wisselen. Na afloop van de discussie in groepjes zal er iemand worden aangewezen om te vertellen wat er in het groepje is besproken.

Deelnemers van deze workshop zijn tegen de verwachting in, niet allemaal bekend met taalbeleid of taalgericht vakonderwijs. Dus voordat daadwerkelijk gestart kan worden met discussies over een aantal stellingen met betrekking tot de uitvoering van taalbeleid, moet een korte inleiding worden gehouden om de begrippen taalbeleid en taalgericht vakonderwijs te verhelderen. Taalbeleid komt neer op afspraken die een school maakt over taalaanpak in alle vaklessen. Hoe gaan de docenten bijvoorbeeld om met het verschijnsel taalachterstand? Om wat voor achterstand gaat het en wat kunnen docenten in hun vakles ertoe bijdragen dat de die achterstand wordt ingelopen of niet verder wordt vergroot. In een taalbeleidsplan worden de opvattingen van de school vastgelegd. Tijdens de workshop is kort stilgestaan bij de inhoud van een taalbeleidsplan en hoe een plan tot stand komt. Hier wordt volstaan met een verwijzing naar de website van Marijke Kaatee Onderwijs & Taaladvies: www.kaatee.com voor een korte inhoudsopgave van een taalbeleidsplan.

Wat is dan taalgericht vakonderwijs? Kort gezegd gaat het om taaldidactiek in de vakken, dat wil zeggen dat een docent metaaltechniek, verzorging, biologie, economie of aardrijkskunde niet alleen zorg heeft over de leerstofoverdracht van het vak zelf, maar ook aandacht besteedt aan voortgezette taalverwerving en de opbouw van taalvaardigheden.


Voorbeelden van mogelijke taaldidactische interventies:
  • toepassen van leesstrategieën tijdens de vakles
  • nieuwe vaktaalwoorden of schooltaalwoorden aanbieden via de woordverwervingsdidactiek
  • leerlingen helpen met schematiseren en hiervoor instrumenten aanreiken
  • leerlingen ondersteunen met het schriftelijke vaardigheden, dus schrijfkaders gebruiken om vanuit een schema te komen tot daadwerkelijk leesbare teksten
  • etc.

Verder is gesproken over de essentie van de opbouw van de les, activerende werkvormen te gebruiken om leerlingen te prikkelen mee te doen met lessen, het inzetten van diverse werkvormen om leerlingen zelf leerstof te laten verwoorden en te oefenen met schooltaal. Voor concrete voorbeelden die tot de verbeelding spreken wordt hierbij verwezen naar de website www.taalgerichtvakonderwijs.nl.

Er wordt stilgestaan bij het feit dat er geen blauwdruk valt te geven om te starten met taalbeleid. Iedere school moet haar eigen weg zien te vinden en wat betreft taalbeleid aansluiting zien te zoeken bij datgene dat er op school al is ontwikkeld of in gang is gezet. Wel zijn vaak dezelfde factoren van invloed:

  • Stimulering door de schoolleiding (o.a. door het voeren van personeelsmanagement: functioneringsgesprekken, bewaking uitvoering plannen)
  • Planmatig willen handelen (SMART-doelen)
  • Inspectierapport doet aanbevelingen
  • Concrete knelpunten bij leerlingen (leesproblemen, onvoldoende woordenschat)
  • Concrete leermiddelen
  • Inzichtelijk maken wat verstaan wordt onder taalgericht vakonderwijs
  • Inzichtelijk maken welke werkvormen belangrijk zijn bij tvo
  • Invoering kernteams (minder handen voor een klas)
  • Observatie en coaching (m.b.v. video)
  • Externe begeleiding

Om deelnemers uit te dagen met elkaar van gedachten te wisselen over wat zij belangrijk vinden en welke ervaring zij hebben met bijvoorbeeld bovenstaande factoren, worden groepjes samengesteld en stellingen uitgereikt:

Stelling 1
Concrete leermiddelen zijn een goede ingang om te starten met taalbeleid.

  • Welke concrete leermiddelen kent u?
  • Wat komt eerst: invoeren leermiddelen of deskundigheidsbevordering?
  • Wat zijn de randvoorwaarden voor invoering van nieuwe leermiddelen?
  • Welke beren liggen op de weg bij de invoering van taalbeleid op uw school?
  • Denkt u dat uw school meteen rijp is voor taalgericht vakonderwijs?


Stelling 2

Onze school zou geen taalbeleid nodig hebben als alle docenten taalrijk lesgeven.

  • Wat zijn taalrijke lessen? Wat doet een docent in de klas om taalbeleid overbodig te maken?
  • Wat zijn effectieve werkvormen of taalbeleidsactiviteiten?
  • Wat is nodig om docenten taalrijk te laten lesgeven?
  • Kan tijd worden vrijgemaakt en geld worden aangewend voor externe coaching?


Stelling 3
Zonder steun van de directie hoef je niet aan taalbeleid te beginnen.

  • Waarom is de steun van de schoolleiding zo belangrijk?
  • Welke steun moet een directie dan verlenen?
  • Hoe moet die steun eruit zien, of welke interventies stelt u op prijs?


Stelling 4
Het kiezen van een bepaalde leesaanpak in de school is een goede ingang om te starten met taalbeleid.

  • Hoe zou de invoering van een leesaanpak op school leiden tot taalbeleid?
  • Wat zijn argumenten tegen?
  • Wat is nodig om de invoering succesvol te laten zijn? Hoe makkelijk/moeilijk is dat te realiseren?


Stelling 5
Het Posterproject is een goede ingang om te starten met taalbeleid.

  • Wat is het Posterproject?
  • Wat beoogt het PP op docentniveau?
  • Waarom is het PP een goede ingang voor taalbeleid?
  • Wat zijn de randvoorwaarden voor invoering?
  • Welke vervolgacties moeten al bekend zijn bij invoering?


Stelling 6
Een school moet beginnen met het samenstellen van een werkgroep taalbeleid.

  • Moet er wel een werkgroep worden geformeerd? Waarom wel of niet?
  • Wat vindt u belangrijk bij het samenstellen van een werkgroep?
  • Wat is de ideale samenstelling van een taalwerkgroep?

De diverse stellingen worden besproken. Ieder groepje heeft een voorzitter en een tijdbewaker. Het kennisniveau in de groepjes is zeer wisselend. Ervaringen gaan over tafel, aanwezigen luistern naar elkaar en maken aantekeningen.

Als de tijd om is wordt een van de deelnemers aangewezen om te rapporteren over datgene dat is besproken en te melden welke tips mee naar huis worden genomen.

Over het algemeen komt naar voren dat er veel kennis over de uitwerking van taalbeleid ontbreekt op scholen. In korte tijd hebben de deelnemers hebben een vracht aan nieuwe informatie van elkaar gekregen. Dit roept tegelijkertijd veel nieuwe vragen op.

Om aan de leeshonger te voldoen staan op het bord diverse URL's van informatieve websites. Marijke Kaatee wijst op een literatuurlijstje dat voor de deelnemers klaarligt en dat ze mee kunnen nemen bij het verlaten van de zaal. Verder liggen er stapeltjes voorbeelden van workshops die Marijke Kaatee kan verzorgen over activerende didactiek. Adressen en telefoonnummers worden uitgewisseld. Geïnspireerd verlaten deelnemers de zaal, waarbij de folders en het literatuurlijstje gretig van de tafel wordt gepakt.

M. Kaatee Onderwijs- & Taaladvies
Scheldestraat 80
NL-1078 GN Amsterdam
020 -6790651
www.kaatee.com
marijke@kaatee.com

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
taal bij andere vakken
taalbeleid
land
Nederland
onderwijstype
basisonderwijs
voortgezet/secundair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

17de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2003