Books, blogs, blooks. Literaire blogs in het literatuuronderwijs

Peter Vanbrabant & Steven Vanhooren  ·  22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2008  ·  pagina 181 - 187

Download artikel

Recognized HTML document

5. Literatuur

Referenties

Buysse, C. (1890). De Biezenstekker. Amsterdam: De Nieuwe Gids.

Dobbelaere, B. & J. Doncin (2008). ‘Doden uit Liefde’. In: De Standaard (27 augustus 2008) (http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=AN1VK8UI& word=doden+uit+liefde) .

Vermassen, J. (2004). Moordenaars en hun motieven. Monsters of mensen? Antwerpen: Meulenhoff/Manteau.

Ronde 6

Peter Vanbrabant & Steven Vanhooren Universiteit Gent

Contact: Peter.Vanbrabant@Ugent.be Steven.Vanhooren@Ugent.be

Books, blogs, blooks. Literaire blogs in het literatuuronderwijs

1. Inleiding

Een vaak gehoorde klacht is dat mensen vandaag nauwelijks nog de tijd nemen om een boek te lezen. Uit een onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat zes op tien Belgen gedurende het afgelopen jaar geen enkel boek ter hand genomen hebben. Bovendien is in Vlaanderen slechts een kwart van de bevolking lid van een openbare bibliotheek (Stichting Lezen 2008). Die resultaten geven een niet al te positief beeld van de lezende Vlaming.

Vaak worden de audiovisuele en de digitale media met de vinger gewezen. Momenteel is wereldwijd een debat aan de gang over de veranderingen in de kunst en de cultuur onder invloed van de digitalisering. Hierbij is in het bijzonder aandacht voor hoe de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ media zich ten opzichte van elkaar verhouden. In zijn boek De Apencultuur (2008) stelt Keen dat de digitale cultuur onze beschaving – en dus ook: onze leescultuur – ondermijnt. De Wit en Esmans (2006) laten een gematigder geluid horen. Zij tonen aan dat de nieuwe media net een verrijking kunnen zijn voor cultuur in het algemeen en voor leescultuur in het bijzonder. Volgens hen dienen zich met de komst van die nieuwe media dan ook tal van nieuwe mogelijkheden en perspectieven aan, maar tegelijkertijd ook nieuwe vragen en uitdagingen. Ook Soetaert (2006) wijst

5

181

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

op de rijkdom van de digitale media (videogames, weblogs, social software, etc.) voor de huidige leescultuur.

In opdracht van de Vlaamse Overheid (departement cultuur en in samenwerking met Stichting Leren Vlaanderen) zijn we begin 2008 aan de universiteit Gent gestart met een onderzoekproject waarin gefocust werd op de impact van literaire weblogs op de literaire cultuur. Uit een grootschalig onderzoek van Edelman (2007) bleek namelijk dat het aantal bloggers dagelijks toeneemt en dat weblogs ook in toenemende mate gelezen worden. Zelfs in die mate dat leesbevorderaars, literatuurleerkrachten en andere cultuurbemiddelaars er niet langer om heen kunnen (Soetaert 2007). In deze bijdrage worden een aantal inzichten en vaststellingen uit het onderzoek belicht. Hierbij is in het bijzonder aandacht voor de kansen en de bedreigingen van literaire blogs voor het literatuuronderwijs.

2. Weblog 2.1 Typering

De weblog of kortweg blog is een digitale omgeving waarin mensen zichzelf en/of bepaalde onderwerpen kunnen presenteren. Hoewel de term ‘weblog’ gebruikt wordt als verzamelnaam voor een bepaalde soort van digitale teksten, is het werkelijke blogaanbod veel minder homogeen. Er bestaan immers talloze soorten blogs met de meest uiteenlopende inhouden. Op de website van Blogger wordt dit heterogene karakter duidelijk omschreven: “A blog is a personal diary. A daily pulpit. A collaborative space. A political soapbox. A breaking-news outlet. A collection of links. Your own private thoughts. Memos to the world. Your blog is whatever you want it to be”. Het geheel van blogs en websites die gerelateerd zijn aan blogs wordt de blogosfeer genoemd.

2.2 De weblog als genre

De weblog is bezig aan een steile opmars. In minder dan tien jaar tijd is de blog uitgegroeid van een marginaal tot een legitiem genre, waarvan de contouren in grote lijnen zijn vastgelegd (Soetaert 2006). Het genre is nieuw, maar tegelijkertijd ook niet nieuw. Blogs kunnen immers beschouwd worden als een voortzetting van reeds bestaande on- en offline genres, zoals het dagboek, de roman, de hotlist, het discussieforum, etc., maar dan in een nieuwe vorm: de blogvorm. Het is bovendien een genre in volle ontwikkeling. Geregeld duiken nieuwe subgenres op die zich vormelijk of inhoudelijk van de andere onderscheiden. Het subgenre dat ons in het kader van deze bijdrage in het bijzonder interesseert, is dat van de literaire blog.

182

Recognized HTML document

5. Literatuur

  1. Literaire blogs

Literaire blogs of ‘litblogs’ zijn een relatief recent fenomeen. Het genre als dusdanig werd voor het eerst benoemd door Almond (2005). Dergelijke blogs zijn grotendeels gewijd aan onderwerpen die betrekking hebben op de literaire cultuur. Aanvankelijk waren literaire blogs vooral weblogs voor en door debuterende schrijvers. Ondertussen telt de blogosfeer tal van litblogs die focussen op alle facetten van de literaire cultuur. Zo zijn er naast litblogs met een strikt literaire content – dragers van proza, gedichten, etc. – ook literaire blogs met persoonlijke reflecties over literatuur of blogs waarin literaire werken benaderd worden vanuit een heel specifiek perspectief: blogs van leesgroepen, bibliothecarissen, literaire critici, etc. Bovendien bieden sommige literaire blogs een platform om over literatuur te reflecteren en te debatteren. De verschillen tussen litblogs onderling laten zich niet enkel inhoudelijk gevoelen. Ook wat de professionele status van de makers betreft, evenals hun affiniteit met literatuur en literaire thema’s, is er een grote diversiteit. Naast professionals plaatsen ook talloze jongeren en ‘gewone’ lezers dagelijks hun literaire verzuchtingen op het net.

  1. Literaire blogs en de literaire communicatie

Zoals reeds hoger gesteld, hebben we in ons onderzoeksproject aandacht gehad voor hoe de literaire blog zich positioneert binnen het literaire communicatieproces. Daartoe hebben we ons gebaseerd op het boek Grundiss der empirischen Literaturwissenschaft (Schmidt 1980), waarin literatuur vanuit een sociologisch perspectief benaderd wordt. In het werk ontwikkelt Schmidt een – vereenvoudigde – handelingstheorie die hij toepast op het literaire leven. Concreet maakt hij een onderscheid tussen vier soorten handelingen, namelijk ‘productie’, ‘bemiddeling’, ‘receptie’ en ‘bewerking’. In wat volgt, gaan we kort in op de invloed die blogs hebben op de handelingen en de actoren die daarbinnen werkzaam zijn.

De komst van de literaire blog zorgt voor een aantal veranderingen binnen de literaire communicatie die zich grosso modo kenmerken door een grotere inspraak van de recipiënt van literatuur, i.e. de lezer. Dit sluit aan bij een reeds bestaande trend binnen de traditionele literaire communicatie, waarbij de receptie van de gewone lezer steeds meer aandacht krijgt en geleidelijk aan een gelijkwaardige positie vervult naast de receptie van professionele lezers. Door de opkomst en de bloei van literaire blogs is deze trend echter in een stroomversnelling gekomen.

Het feit dat meer aandacht is voor de gewone lezer laat zich niet enkel gevoelen op het niveau van de receptie van literatuur, maar ook op het vlak van productie, bemiddeling en bewerking. Via de literaire blog krijgt de lezer plots de kans om zelf literaire werken te produceren – als auteur of als medeauteur – en deze ter beschikking te stel-

5

183

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

len voor het grote publiek zonder bemiddelende instanties zoals de uitgeverij, de boekhandel en de bibliotheek. Bovendien krijgt hij kansen om op een blog als literaire criticus op te treden en om de literaire werken van anderen te becommentariëren.

De mate waarin en de manier waarop gebruik gemaakt wordt van literaire weblogs verschilt naargelang de specifieke actor binnen het literaire veld. Terwijl in bibliotheken volop geëxperimenteerd wordt met de mogelijkheden van het medium, maken boekhandels en uitgeverijen weinig gebruik van weblogs. Mogelijk houden ze het medium voorlopig af uit commerciële overwegingen. Weblogs hebben immers het potentieel om een aantal taken van de uitgeverij en de boekhandel over te nemen, waardoor hun functie en aandeel binnen het literaire veld geherdefinieerd dreigt te worden. Binnen de journalistiek en de literaire kritiek wordt dan weer heftig gedebatteerd over de mogelijke nefaste gevolgen van een verdere opmars van de literaire blog. Tegelijkertijd zien we echter trend ontstaan waarbij sommige journalisten en critici ook inspelen op het blogfenomeen en met hun berichtgevingen en kritieken uitwijken naar de weblog.

5. De literaire blog in de onderwijspraktijk 5.1 De edublog

Rod Page – de voormalig minister van onderwijs van de Verenigde Staten – stelt dat onderwijs nog steeds de enige discipline is waarin gedebatteerd wordt over de zin of onzin van technologie (in: Swenson 2006). Toch stellen we vast dat ook in educatieve settings meer en meer gebruik wordt gemaakt van ICT in het algemeen en van blogs in het bijzonder. In de blogosfeer treffen we talloze voorbeelden aan van bloggende professoren, leerkrachten, lerarenopleiders, nascholers, onderwijsbegeleiders, etc. Met een overkoepelende term worden ze educatieve blogs of edublogs genoemd.

Opvallend is dat edublogs hun plek vinden in de verschillende onderwijsgeledingen: in het kleuteronderwijs, het lager en secundair onderwijs, in hogescholen en universiteiten en ook in het NT2-onderwijs. En het feit dat ze aan populariteit winnen, wordt bewezen door een initiatief als ‘The Eddies’, een prijsuitreiking voor de beste educatieve internetvoorziening: van beste educatieve wiki tot beste edublog. In Nederland wordt jaarlijks een Edublog diner georganiseerd, waarbij gezellig tafelen gepaard gaat met gesprekken over onderwijs in het algemeen en weblogs in het onderwijs in het bijzonder.

5.2 Perspectieven vanuit de onderwijspraktijk

In ‘vakdidactiek Nederlands’, een opleidingsonderdeel van de lerarenopleiding in de taal- en letterkunde aan de Universiteit Gent, hebben we een onderwijsproject opgezet waarbij een aantal fysieke lesmomenten vervangen werden door lessen via een

184

Recognized HTML document

5. Literatuur

weblog. Van 5 maart tot en met 9 april 2008 plaatsten we wekelijks een drietal blogberichten online, waarin lesinhouden werden gepresenteerd die betrekking hebben op digitalisering in het algemeen en (literaire) weblogs in het bijzonder. Aan de studenten vroegen we om de blogberichten aandachtig door te nemen en om actief te participeren aan de blog. Concreet werd van de studenten – 30 leraren-in-opleiding – verwacht dat ze in vakliteratuur of in de blogosfeer op zoek gingen naar interessante bijdragen en/of praktijkvoorbeelden die de inhoud van een welbepaald blogbericht ontkrachten, dan wel kracht bijzetten, illustreren of belichten vanuit een ander perspectief. De blog kan nagelezen worden op http://www.bloggen.be/literaire_blogs. Daarnaast werd de studenten gevraagd om te reflecteren over het genre van de (literai- re) blog en om na te denken over wat literaire blogs kunnen betekenen voor de onderwijspraktijk. Hun inzichten en ervaringen werden neergeschreven in een paper. De papers van de studenten werden geanalyseerd op basis van ‘interpretatieve repertoires’ (Potter & Wetherell 1987), een analysetool die deel uitmaakt van de discoursanalyse. In wat volgt, gaan we dieper in op de reacties van de studenten.

Hoewel tal van studenten bij aanvang van het project een sceptische houding aannamen tegenover digitale media in het algemeen en (literaire) weblogs in het bijzonder, bleek het merendeel onder hen na afloop van het project enthousiast over de mogelijkheden van digitale media en overtuigd van het feit dat weblogs waardevol kunnen zijn voor de onderwijspraktijk. Volgens hen kunnen (literaire) weblogs immers bijdragen tot het motiveren van leerlingen voor het lees-, schrijf- en literatuuronderwijs (inclusief leesbevordering). Daarnaast bieden ze volgens onze leraren-in-opleiding ook mogelijkheden voor maatwerk en afstandsleren en kunnen ze bijdragen tot een aantrekkelijk en gediversifeerd onderwijsaanbod. Bovendien menen ze dat sommige weblogs interessant leesmateriaal bevatten en dat ze ingezet kunnen worden als ‘teaching tools’: enerzijds ter ondersteuning bij het aanleren van vakinhouden en anderzijds als webomgeving met informatief en aanvullend (les)materiaal. Verder wijzen onze studenten op het potentieel van blogs om leerlingen op een laagdrempelige manier in contact te brengen met instanties uit het sociaal-culturele veld (bv. de bibliotheek) en stellen ze dat leerlingen via blogs een aantal vakoverschrijdende competenties kunnen verwerven, zoals ‘kritisch omgaan met informatie’, ‘zelfstandig werken’, etc.

Ondanks hun enthousiasme over de mogelijkheden van weblogs voor de onderwijspraktijk, wijzen de leraren-in-opleiding op een aantal aandachtspunten bij de implementatie ervan. Een eerste probleem waar ze op wijzen, is de zogenaamde digitale kloof. Zo menen ze dat we er nog steeds niet van uit kunnen gaan dat alle leerlingen thuis toegang hebben tot het internet. Bovendien geven ze aan dat niet alle leerlingen over de nodige ICT-vaardigheden beschikken om met weblogs aan de slag te gaan. Op die manier ontstaan nieuwe ongelijkheden tussen zij die wel of geen toegang hebben tot het internet en zij die er al dan niet mee overweg kunnen. Daarnaast waarschuwen de leraren-in-opleiding voor het feit dat bloggen heel veel tijd in beslag neemt. Dit

5

185

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

geldt niet enkel voor de bloggende leerkracht, maar ook voor bloggende leerlingen. Bovendien wijzen onze studenten er op dat mogelijk niet elke leerling even enthousiast zal reageren op de introductie van weblog in het curriculum. Voor veel leerlingen maakt het medium van de blog immers exclusief deel uit van hun eigen leefwereld en is bloggen een private aangelegenheid. Door weblogs te introduceren in de onderwijspraktijk krijgen ze een openbaar en verplichtend karakter, waardoor ze meteen minder aantrekkelijk zijn. Leraren-in-opleiding menen met andere woorden dat weblogs tal van kansen voor het onderwijs bieden, maar dat men bij de introductie ervan in de onderwijspraktijk voldoende rekening dient te houden met mogelijke pijnpunten.

Maar wat denken leraren die reeds (jaren) voor de klas staan van weblogs in het onderwijs? En wat betekenen blogs voor het literatuuronderwijs? Kunnen ze leerlingen aanzetten om meer te lezen? Of vormen ze juist een bedreiging voor de leescultuur? In onze workshop wensen we een gesprek aan te gaan met de deelnemers over de kansen en de bedreigingen van (literaire) blogs voor het literatuuronderwijs. We hopen dat onze workshop een ‘plek’ kan zijn om te praten over digitalisering en cultuur – en uiteraard vooral over blogs en literatuur. Een gesprek tussen leraren en leerders, tussen lezers en schrijvers, tussen het boek en het net, etc.

Referenties

Almond, S. (2005). ‘The Blogger who loathed me’. (http://dir.salon.com/story/ books/feature/2005/ 10/ 13/blog/) .

Bourgonjon, J., K. Rutten, S. Vanhooren & R. Soetaert (2008). ‘Games als & in educatie’. In: E. De Pauw e.a. (red.). Jongeren & gaming. Over de effecten van games, nieuwe sociale netwerken en educatieve kansen. Leuven/Voorburg: Acco, p. 117-158.

De Wit, D. & D. Esmans (2006). E-cultuur. Bouwstenen voor praktijk en beleid. Leuven: Acco.

Edelman, R. (2007). A Corporate Guide to the Global Blogosphere. The new model of peer-to-peer communications. (http://www.edelman.com/image/insights/content/ WhitePaper0 11 107sm.pdf).

Keen, A. (2008). De Apencultuur. Hoe internet onze beschaving ondermijnt. Antwerpen: Meulenhoff.

Mottart, A. (2002). Onderwijs en kennis als postmoderne constructie. Gent: Academia Press.

Potter, J. & M. Wetherell (1987). Discourse and Social Psychology. London: Sage.

Rutten, K., S. Vanhooren & P. Vanbrabant (2008). ‘Boek versus Web. De literaire blog’. Onderzoeksrapport in opdracht van de Vlaamse overheid (departement cultuur).

186

Recognized HTML document

5. Literatuur

Schmidt, S.J. (1980). Grundiss der Empirischen Literaturwissenschaft. Band 1. Der gesellschaftliche Handlungsbereich Literatur. Bruanshweig/Wiesbaden: Friedrich Vieweg und Sohn.

Soetaert, R. (2006). De Cultuur van het Lezen. Den Haag: Nederlandse Taalunie.

Soetaert, R. (2007). De zin van verhalen. Een boekhouding. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Swenson, J. (2006). “On technology and English Education”. Contemporary Issues in Technology and Teacher Education. (http://www.citejournal.org/vol16/iss2/languagearts/article 1. cfm) .

Ronde 6

Ed Olijkan

CED-Groep, Rotterdam

Contact: e.olijkan@cedgroep.nl

Kennismaken met Bazar: lezen voor je plezier

In deze workshop maakt u kennis met het leesbevorderingsprogramma Bazar. Bazar is ontwikkeld voor het Nederlandse vmbo (lijkt op het Belgische bso). Het programma wordt kort geïntroduceerd en we geven een schets van de implementatie van het programma. Vervolgens laten we u ‘proeven’ van enkele uiteenlopende projecten die in Bazar zijn opgenomen.

Ronde 7

Hendrik Degroote

Don Bosco Haacht TSO/BSO

Contact: Hendrik.degroote@telenet.be

Van reclame naar sprookjes: integratie van vaardigheden.

In het onderwijskundige plan of leerplan vinden leerkrachten Nederlands in Vlaanderen de visie terug op modern moedertaalonderwijs. Het leerplan verlangt van leerkrachten dat zij de volgende leerroute volgen: van ervaring tot kennis en inzicht. Goed onderwijs Nederlands is dus altijd taakgericht. Taaltaken staan centraal. Dit

5

187

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
literatuuronderwijs
land
België
onderwijstype
hoger/universitair onderwijs
lerarenopleiding
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
ICT
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008