Hans Bennis · 22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008 · pagina 265
8. Taalbeschouwing
tie, grondig moeten heroriënteren. Deels gebeurt dat ook al wel. Maar vooralsnog vaak als crisisbeheer, remediëring, enz., kortom: in een poging om de situatie terug te draaien, in plaats van die te accepteren en er nieuwe didactieken voor te ontwikkelen.
Ronde 3
Hans Bennis
Meertensinstituut Amsterdam
Contact: hans.bennis@meertens.knaw.nl
Vanwege de ontwikkeling van nieuwe media, waaronder msn en sms, hebben schrijven en lezen zich het laatste decennium een nieuwe plek verworven in de communicatie tussen jongeren. Een interessante ontwikkeling daarbij is dat er volop gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden die de nieuwe media bieden ten aanzien van de vorm van het geschreven woord. De standaardtaal en de spelling zijn hierbij het uitgangspunt voor creatieve avonturen met eigen varianten van de spelling waarbij letters, cijfers en symbolen op creatieve wijze worden ingezet en waarbij er op een oorspronkelijke manier wordt omgegaan met de meertaligheid van onze samenleving. Er ontstaan op deze manier niet-genormeerde, anarchistische schrijftaalvarieteiten die gericht zijn op het vorm geven van een eigen identiteit bij groepen jongeren.
In deze lezing zal ik een aantal van deze nieuwe schrijftalen bespreken en de daarbij onbewust gehanteerde taalprincipes aan de orde stellen. Een interessante vraag is nu hoe het vak Nederlands moet omgaan met een ontwikkeling waarin schrijftaal niet langer wordt beschouwd als een met vastgelegde spellingsregels gevormde manier van formele communicatie. Er ontstaat een nieuwe vorm van communicatie die zich tussen spreektaal en schrijftaal in bevindt. Hierbij eigenen leerlingen zich een ruime vrijheid toe om bestaande regels naar hun inzicht toe te passen, aan te passen of aan hun laars te lappen. |
8 |
265