‘Onzichtbare taaltaken’. Een andere manier van kijken naar taalontwikkeling in het onderwijs

Annelies Kappers  ·  22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2008  ·  pagina 78 - 79

Download artikel

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Ronde 1

Annelies Kappers

ROC, Amsterdam.

Contact: je.kappers@rocva.nl

‘Onzichtbare taaltaken’. Een andere manier van kijken naar taalontwikkeling in het onderwijs

  1. Inleiding

Het taalniveau van mbo-ers is ‘schrikbarend laag!’ Iedereen klaagt: het bedrijfsleven, docenten, etc. De Pavlov-reactie is voorspelbaar: meer uren Nederlands en meer aandacht voor spellen en schrijven. Maar dat is nu juist waar de meeste beroepsbeoefenaars – mbo’ers dus – geen behoefte aan hebben als ze als professional aan het werk zijn. Wat moeten ze dan wel kunnen en waar komen die klachten vandaan?

  1. Het bespreken van taal in een moeizame zaak

Als je er met docenten, schoolleiders, stagebegeleiders, werkgevers, etc. over praat, blijkt dat niemand precies in beeld heeft wat taal nu eigenlijk is. Er zijn slechts vrij vage noties over schrijven, taalgebruik (straattaal wanneer dat niet past, formele en informele taal, vaktaal, toetstaal, garagetaal bijv.), woordenschat, etc.

Het Raamwerk Nederlands heeft ons een stuk verder gebracht. In het Raamwerk zie je duidelijk omschreven waar de 5 taalvaardigheden aan moeten voldoen. Ook de niveaus zijn helder omschreven. Hier dringen we door tot het wezen van taal in het beroep. Het gaat om professionaliteit: wat zeg of schrijf je precies als je iemand wil overtuigen van de kwaliteit van een bepaald product, de noodzaak van een bepaald medicijn of in al die situaties waarin professionals adviseren, voorschrijven, ondersteunen, doceren, etc. Hoe beschrijf je eigenlijk een geur (als je in een parfumerie werkt), een gevoel (als je in de zorg werkt), een keuze van kleur (als je een modeopleiding volgt)? Wat doe je precies met taal als je empathie moet laten zien? Dit is niet uitsluitend een non-verbaal iets, maar is ook een kwestie van checken of iemand je begrijpt, van samenvatten van wat iemand je heeft verteld, etc.

Bovenstaande vaardigheden worden voortdurend van leerlingen in het mbo gevraagd, maar ze worden niet expliciet beschreven in criteria en er wordt al helemaal niet volgens bepaalde criteria feedback op gegeven. Deze taken zijn onzichtbaar aanwezig, maar zijn wel essentieel voor de manier waarop gekeken wordt naar het functioneren van een leerling op stage of in het latere beroep.

78

Recognized HTML document

3. Competentieleren

Het gevolg hiervan is dat leerlingen en docenten vaak niet weten waar taalgebruik nu aan zou moeten voldoen. Ze merken wel dat er fouten worden gemaakt, maar weten niet welke fouten dat precies zijn. En dan grijpt men al snel naar de meest zichtbare en meetbare aspecten. En dat zijn natuurlijk zinsbouw, grammatica en spelling. Conclusie: meer uren voor taalonderwijs.

3. Een voorbeeld

Hoe meer ik me ging verdiepen in de taalproblemen van leerlingen in het mbo, hoe meer ik merkte dat ik op de stagevloer moest zijn. Daar zie je wat er gevraagd wordt van een beginnend beroepsbeoefenaar en waar de leerlingen mee worstelen. Een apothekersassistente bijvoorbeeld moet heel goed kunnen lezen en moet tegelijkertijd een cliënt/patiënt kunnen informeren en geruststellen. Dit ‘tegelijkertijd’ is essentieel: je moet iets kunnen opzoeken en toch deskundigheid uitstralen, contact kunnen houden met de cliënt en heel secuur de juiste informatie kunnen opzoeken en doorgeven. Ga er maar aanstaan.

Het is dan belangrijk dat je heel precies uitzoekt waar dat lezen aan moet voldoen: wat moet je precies doen als je op die manier moet lezen, hoe merk je dat je het goed doet? Welke criteria kun je dus aanleggen?

Vervolgens ga je die criteria met leerlingen bespreken en het lezen en voorlichten in de les oefenen. De taak wordt met de criteria in de hand bekeken.

Firma Taal van het ROC van Amsterdam is bezig met het maken van een film over bovenstaande taalproblematiek en -aanpak. De film is bedoeld voor docenten (ook voor niet-taaldocenten), managers en beleidsbeslissers. In de workshop zal ik een trailer van de film ‘Onzichtbare Taaltaken’ laten zien en toelichten.

Ronde 2

Jan T’Sas

Klasse – Universiteit Antwerpen Contact: jan.tsas@skynet.be

Het Nederlands in nieuwe vormen van leren

De jongste jaren is er zowel in Nederland als in Vlaanderen heel wat belangstelling gegroeid voor nieuwe vormen van leren. In Nederland spreekt men meestal van ‘het nieuwe leren’; in Vlaanderen van ‘begeleid zelfstandig leren’. Beide gemeenschappen vullen dat nieuwe leren verschillend in, maar in de school- en klaspraktijk zijn er veel

3

79

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
overige
land
Nederland
onderwijstype
volwassenenonderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008