Er gaan nog steeds 13 doelen in een dozijn. Werken aan professionele taalvaardigheid

Guido Cajot & Karen De Jonghe  ·  24ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2010  ·  pagina 265 - 268

Download artikel

9. Taalleerzorg hoger onderwijs

Ronde 2

Cuido Cajot & Karen De jonghe

Katholieke Hogeschool Limburg / Katholieke Hogeschool Leuven Contact: guido.cajot@khlim.be

karen.de.jonghe@khleuven.be

Er gaan nog steeds 13 doelen in een dozijn. Werken aan professionele taalvaardigheid in de lerarenopleiding

1. Inleiding

Het kernproject Een tadbeleid op maat van de lerarenopleiding van de School of Education (Associatie K.U.Leuven) speelt in op het groeiende belang van een coherent taalbeleid voor lerarenopleidingen, die de laatste jaren met een aantal grote uitdagingen op het vlak van taal en taalbeleid worden geconfronteerd. De eisen die aan beginnende leraren worden gesteld op het vlak van professionele taalvaardigheid zijn erg hoog. Dat mag blijken uit de professionele taaldoelen die door de Nederlandse Taalunie werden opgelijst in de publicatie Dertien doelen in een dozijn (2003/2006) en die in 2007 ook verwerkt werden in de nieuwe basiscompetenties en beroepsprofielen voor beginnende leerkrachten. Met de woorden van de Vlaamse oud-minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke: "De lat voor taal ligt hoog voor alle leerkrachten".

Ervoor zorgen dat alle studenten over die hoge lat geraken, wordt voor lerarenopleidingen steeds moeilijker. Verschillende factoren spelen daarin een rol:

  • de start- en academische taalvaardigheid van studenten die aan een opleiding beginnen, gaat achteruit. De verhoogde instroom van studenten die in hun vooropleiding minder `taaluren' hebben gehad, is daar waarschijnlijk niet vreemd aan.

  • de lerarenopleidingen willen inspanningen leveren om nieuwe doelgroepen aan te trekken, meer bepaald studenten waarvoor het Nederlands een tweede taal is. Dat zijn in de eerste plaats studenten met een andere thuistaal, maar ook studenten uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische status, voor wie kansarmoede vaak `taalkansarmoede' is.

Om aan bovenstaande uitdagingen het hoofd te bieden, is het noodzakelijk dat elke lerarenopleiding van het Expertisenetwerk op een gestructureerde manier gestalte geeft aan een taalbeleid, dat (a) zich richt op de instroom, de doorstroom en de uitstroom van haar studenten, (b) alle onderdelen van het curriculum van de hele lerarenopleiding raakt en (c) er fundamenteel op gericht is afgestudeerden voor te bereiden op een blijvende zorg voor taal én op een actieve deelname aan het taalbeleid van hun school.

265

VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Het kernproject probee n dit verband in te spelen op drie concrete noden in de lerarenopleiding:

1. Opleidingshoofden willen een kader om docenten te kunnen aansturen om het taalbeleid concreet te implementeren in lessen, stages, vakdidactische oefeningen... De projectgroep werkt daarom een taalbeleidskader uit, waarin twee belangrijke elementen vervat zitten:

  1. een operationalisering van de talige competenties, vertolkt in de publicatie Dertien doelen in een dozijn van de Nederlandse Taalunie, voor de verschillende functionele gehelen binnen de basiscompetenties voor leraren;

  2. een beleidskader dat aangeeft op grond van welke principes een taalbeleid binnen de onderscheiden opleidingen vorm en inhoud kan krijgen.

2. Geconfronteerd met een gewijzigde — vaak minder taalvaardige — instroom vragen lerarenopleidingen concrete tools voor adequate evaluatie en opvolging van taalvaardigheid doorheen de hele opleiding. Het taalbeleidskader vormt het uitgangspunt voor het verzamelen en ontwikkelen en het implementeren en dissemineren van werkinstrumenten. Dat moet leiden tot de aanmaak van een databank met concrete instrumenten. Het gaat daarbij zowel over instrumenten die eerder beleidsmatig van aard zijn en voornamelijk op mesoniveau kunnen worden ingezet, als over instrumenten op het microniveau, die lectoren kunnen hanteren om de talige competenties bij hun studenten (binnen de context van het bevorderen van de basiscompetenties) te ontwikkelen.

3. Een structurele verandering kan niet enkel door taalleerkrachten gerealiseerd wor- den. Ook de vakleerkrachten moeten in het kader van taalgericht vakonderwijs mee op de talige kar. Hier is de nood aan ondersteuning en concrete methodieken bijzonder groot.

2. Een focus op professionele taalvaardigheid

Bij het uitwerken van het taalbeleidskader wordt uiteraard rekening gehouden met taalbeleid in al zijn facetten. Er wordt aandacht besteed aan de problematiek van de starttaalvaardigheid van studenten, het belang van academische taalvaardigheid voor studiesucces en de integratie van de professionele taalvaardigheidsdoelen in het curriculum. De projectgroep kiest er echter in de eerste plaats voor om zich te richten op de professionele taalvaardigheid die van beginnende leerkrachten vereist wordt, zoals duidelijk wordt aangegeven in de basiscompetenties voor beginnende leraren en in de publicatie Dertien doelen in een dozijn. Voor het werken aan de start- en academische taalvaardigheid van hun studenten kunnen lerarenopleidingen al putten uit een groot arsenaal aan bronnen en instrumenten. Op het vlak van professionele taalvaardigheid is er echter veel minder voorhanden. Net daar valt nog heel wat nuttig werk te doen.

266

9. Taalleerzorg hoger onderwijs

De nadruk op professionele taalvaardigheid uit zich binnen het project enerzijds in de operationalisering van de 13 doelen, in het bijzonder de doelen die geformuleerd zijn binnen het domein `de leerlingen in interactie met zijn leerlingen', en anderzijds in het verzamelen, beoordelen en eventueel ook zelf ontwikkelen van taalbeleidsmaterialen, die door lerarenopleidingen ingezet kunnen worden om de professionele taaldoelen na te streven en te bereiken. De talige vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het verwerven van de basiscompetenties voor leerkrachten worden gekoppeld aan de door de Taalunie opgestelde 13 doelen. De basiscompetenties die talige vaardigheden veronderstellen, worden samengebracht en vervolgens – uitgaande van de 13 doelen –gegroepeerd tot talige deelcompetenties, die daarna verder geconcretiseerd en geoperationaliseerd worden. Zo bekomt men een taalgeoperationaliseerde basiscompetentie-lijst, waarin duidelijk wordt aangegeven hoe deze doelen zich vertalen in concreet waarneembaar eindgedrag van leerkrachten. Het zijn die concrete gedragingen die studenten moeten verwerven en die door docenten geëvalueerd moeten worden.

De materialen die door uiteenlopende instellingen werden ontwikkeld om binnen het curriculum van de lerarenopleiding aan de geoperationaliseerde professionele taalvaardigheidsdoelen te werken, zullen in het kader van het onderzoek worden verzameld en beoordeeld.

3. Een stapsgewijs proces

3.1. Onderzoeksfase 1

Het project opteert voor een stapsgewijze aanpak in drie onderzoeksfases. In een eerste fase wordt een bevraging georganiseerd in de lerarenopleiding van de vijf deelnemende hogescholen, zowel bij taal- en zaakvakdocenten, als bij studenten. Doel daarvan is om een beter zicht te krijgen op (a) het taalniveau van studenten, (b) de talige competenties van lectoren, (c) het aanleren van talige leercompetenties in de verschillende vakken en (d) de overlegstructuren op het vlak van taalbeleid binnen de opleiding zelf, de hogeschool en tussen opleidingen onderling. Daarnaast wordt ook gepeild naar de behoeften van studenten en docenten aan tools en strategieën om specifieke professionele taalvaardigheidsdoelen te bereiken. Tegelijkertijd wordt gestart met de koppeling van de talige basiscompetenties aan de 13 doelen van de Nederlandse Taalunie en de operationalisering ervan. Op die manier wordt een overzicht gemaakt van de professionele eisen op het vlak van taal die aan beginnende leerkrachten worden gesteld en worden die eisen meteen ook vertaald in concrete, waarneembare, in te oefenen en evalueerbare gedragingen.

3.2. Onderzoeksfase 2

De taalgeoperationaliseerde basiscompetentielijst vormt het uitgangspunt voor het samenstellen van een databank met taalbeleidsmaterialen, die door opleidingshoofden,

267

VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

taaldocenten, zaakvakdocenten en studenten gebruikt kunnen worden om de 13 bovenstaande professionele taaldoelen te integreren in het curriculum, ze aan te leren, te verwerven en te verwerken, te evalueren... Op basis van de lijst met concrete gedragingen per professioneel taaldoel worden:

  • materialen verzameld;

  • materialen beoordeeld;

  • leemtes in kaart gebracht;

  • eventueel ook nieuwe materialen ontwikkeld.

Bij wijze van 'pilot' wordt één professioneel taaldoel (Beoordelen en toegankelijk maken van teksten') exemplarisch uitgewerkt. Dat moet leiden tot een format voor een elektronische databank die daarna verder kan worden aangevuld met andere materialen die betrekking hebben op andere professionele taaldoelen.

3.3. Onderzoeksfase 3

In een derde fase worden de resultaten gedissemineerd door middel van artikels in vaktijdschriften, de deelname aan congressen en de organisatie van workshops op maat van de geïntegreerde en de specifieke lerarenopleidingen.

Referenties

Cajot, G., J. Denoo, K. De Jonghe, J. Hebbrecht, H. Vanbrabant, C. Verschaeve & J. Vreys (2010). Taalnoden in de lerarenopleiding. In Naar taalkrachti ge lerarenopleidingen. Bouwstenen van een taalbeleid. Mechelen: Plantyn.

Paus, H., R. Rymenans & K. Van Gorp (2003/2006). Dertien doelen in een dozijn. Een referentiekader voor taalcompetenties van leraren in Nederland en Vlaanderen. Den Haag: Nederlandse Taalunie.

268

Labels

domein
taal bij andere vakken
taalbeleid
taalcompetenties
land
Belgiƫ
onderwijstype
hoger/universitair onderwijs
thema
beoordelingsinstrumenten
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

24ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2010