Taalzorg in Vlaanderen. Over chaos, schijnemancipatie en de taalmengtafel

Sofie Talpe  ·  24ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2010  ·  pagina 34 - 37

Download artikel

VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Ronde 8

Sofie Talpe

DPB, tweedelijnsondersteuning kleuterparticipatie Contact: sofie.talpe@vsko.be

Taalzorg in Vlaanderen.

Over chaos, schijnemancipatie en de taalmengtafel

  1. Klik, Mik, focus op taal!

Het is een boeiende uitdaging om een traject uit te werken waarbij kleuterleidsters kennismaken met enerzijds de principes van taalvaardigheidsonderwijs en anderzijds de mogelijkheden van ICT in de kleuterklas. Het uitgangspunt is: uitlokken van taalproductie van kinderen. We gebruiken digitale foto's om de vertelvaardigheden van kinderen te stimuleren, om hun woordenschat te vergroten en om het reflecteren op wat eerder heeft plaatsgevonden te versterken. Bij de activiteiten houden we rekening met een aantal taalvaardigheidsprincipes.

  1. Taalvaardigheidsprincipes 2.1 Positief en veilig klasklimaat

De kleuters kunnen zelf aan de slag met het fotoapparaat, in hun eigen omgeving, alleen, met een vriendje of met de juf. Ze kunnen dat binnen de veilige klasomgeving doen, maar kunnen ook een stapje verder gaan: bij de naburige klas, in de tuin of misschien wel bij een ander bekend gezicht. Kleuters worden gestimuleerd om mensen aan te spreken, voordat zij met het fototoestel aan de slag gaan.

  • De kleuter krijgt voldoende kans om zelf initiatief te nemen: er zijn eenvoudige opdrachten en ook enkele moeilijke. Er is voldoende uitdaging.

  • De kleuters die de taal niet goed begrijpen, maken gebruik van de pictogrammen, de foto's en de afbeeldingen die aangeboden worden. Zo kunnen ook zij actief deelnemen aan dit fotoproject.

  • Aan het eind van de dag krijgen de kleuters de kans om, op hun eigen tempo, te vertellen over de foto's die ze die dag zelf genomen hebben.

  • Doordat de kleuter zelf de favoriete foto mag kiezen of het verhaal mag vertellen dat past bij de eigen foto's kunnen de juf en de andere kleuters laten zien dat ze geïnteresseerd zijn in wat de kleuter zegt (luisterhouding, op ooghoogte, interesse tonen, non-verbaal laten zien dat je luistert, ingaan op wat de kleuter zegt).

34

1. Basisonderwijs

  • De kleuters kunnen zelf (of met behulp van de juf) op zoek gaan naar onderwerpen die hen interesseren of hen persoonlijk aanbelangen.

  • Enkele kleuters zijn reeds bekend met het digitale fototoestel. In dat geval gaan we uit van hun eigen kennis. Zij kunnen zelf aan de slag en hebben geen nood aan de extra begeleiding.

  • Als leidster hecht men meer belang aan de inhoud van de boodschap dan aan de vorm: de kleuter kan vrijuit vertellen, reflecteren... Het belangrijkste is dat hij zelf tot taalproductie komt.

2.2 Betekenisvolle, motiverende activiteiten

  • De activiteiten met de digitale fotocamera zijn zo gekozen dat ze opgebouwd zijn rond boeiende en zinvolle ontdekkingen.

  • De activiteiten zijn een uitdaging; de kinderen worden aangesproken op hun competentiegevoel.

  • De opdrachten zijn veelal `open'. De kleuters kunnen zelf bepalen welk beeld ze maken.

De kleuters kunnen veel handelen. Ze worden gestimuleerd om op ontdekking te gaan in heel gevarieerde situaties.

2.3 Ondersteuning door interactie

Als de kleuters vertellen over de foto's die ze namen, over de activiteit die ze willen navertellen of het verhaaltje vertellen dat ze zelf samenstelden, kan de leidster veel ondersteuning bieden:

  • veel herhalen en/of parafraseren (omschrijving geven van iets met andere woorden);

  • gebruikmaken van intonatie en mimiek;

  • goed articuleren;

  • zo vaak als mogelijk met de kleuter in persoonlijke interactie gaan (de kansen op taalverwerving nemen immers toe naarmate de kleuter rechtstreeks en persoonlijk wordt aangesproken);

  • gebruikmaken van mentale ankers: nieuwe taal verbinden met reeds gekende taal of ervaringen, eventueel aan de hand van foto's die de kleuter nam;

  • nagaan of de kleuter je goed begrepen heeft en of jij de kleuter juist begrijpt door vragen te stellen en door te reageren;

  • differentiëren in ondersteuning: trechter van open vragen naar meer gesloten vragen, naar voorzeggen, met behulp van de zelf gekozen foto's;

  • het gedrag van de kleuter helpen sturen door de impulsiviteit te beperken;

  • de kleuter richten op de taak;

  • de kleuter ondersteunen in het zien van verbanden;

1

35

VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

  • versterken van het competentiegevoel;

  • zorgen voor gepaste feedback;

  • inspelen op de inhoud, op wat de kleuters zeggen;

  • de vorm onrechtstreeks verbeteren door in je reactie de juiste vorm te gebruiken.

  1. ICT in de kleuterklas

Kleuterleid(st)ers trachten 'dag in dag uit' kleuters te stimuleren in hun ontwikkeling, hen uit te dagen nieuwe horizonten te verkennen, hen op te voeden tot creatieve, taalvaardige, sociale, zelfredzame, expressieve kinderen die zich goed in hun vel voelen. Samen met collega's gaan we samen op zoek naar wat goed kleuteronderwijs is en naar hoe we het nog beter kunnen doen. Vanuit die invalshoek bekijken we ook ICT in het kleuteronderwijs. Want niettegenstaande er geen enkele verplichtende regelgeving is die bepaalt dat ICT een plaats moet hebben in het kleuteronderwijs, zijn we er sterk van overtuigd dat ICT een duidelijke meerwaarde kan bieden en kan zorgen voor beter kleuteronderwijs!

  1. Eindtermen ICT

Om ICT-activiteiten te kaderen bestaan er (no& geen 'ontwikkelingsdoelen ICT' voor de kleuterklas. Wel beschikken we over de eindtermen ICT: minimumdoelen die de overheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie. Niets belet ons — het is integendeel zelfs raadzaam — om in de kleuterklas reeds met ICT te beginnen werken. Hieronder lichten we de eindtermen rond ICT even kort toe en illustreren we hoe we binnen ons traject 'klik klik focus op taal' aan deze eindtermen zouden kunnen werken.

4l Eindterm 1: leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken ter ondersteuning van hun leren

Uit het ontwikkelingsplan weten we dat 'positieve ingesteldheid' de basis is van ontwikkelingsgericht werken. Bij het werken met ICT bij jonge kleuters zal men er dus in de eerste plaats aandacht voor moeten hebben dat ze zich emotioneel goed voelen, gemotiveerd zijn, plezier beleven, nieuwsgierig zijn, initiatief durven nemen...

Kleuters zijn heel enthousiast om met het digitale fototoestel aan de slag te gaan. De enkeling die aanvankelijk wat schrik lijkt te hebben, is snel overtuigd door het enthousiasme van zijn vriendjes. Nadat de nieuwigheid er af is, is het belangrijk dat we goede, uitdagende opdrachten voorzien die nauw aansluiten bij de interesses en het niveau van de kleuters.

36

1. Basisonderwijs

4.2 Eindterm 2: de leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier

Bij de start van het project worden de kleuters gewezen op de kwetsbaarheid van het materiaal. Er worden afspraken gemaakt opdat de kleuters goed zouden weten hoe ze een fototoestel moeten bedienen. Zo wordt gebruikgemaakt van een fotograafpet en een bedje van het fototoestel. Enkel kinderen die de fotograafpet op hebben, mogen het toestel hanteren. Als ze het toestel niet meer gebruiken, moet het worden teruggelegd in het bedje van het fototoestel.

Kleuters zijn bijzonder handig met het fototoestel en kunnen zelfs na een korte instructie vlot aan de slag met het toestel.

De kleuters verwoorden zelf welke foto's ze mooi en goed vinden, welke foto's niet en formuleren zelf aandachtspunten om in de toekomst op een meer doelmatige manier mooie en goede foto's te nemen.

4.3 Eindterm 5: de leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creati efvorm te geven

Digitale fotografie biedt heel wat kansen om creatief aan de slag te gaan. De kleuters kunnen hun creativiteit kwijt bij het nemen van de foto's (verkleden, rollenspel, bijzondere posities, details...), maar kunnen ook creatief zijn met de foto's zelf (foto's inkleuren, collages maken, puzzels maken...).

4.4 Eindterm 7 e7 8: de leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen / de leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren

Doorheen het hele traject staat talig omgaan met ICT centraal. Op die manier werken we constant aan de in de tussentitel genoemde eindtermen. De eindtermen ICT zijn in het lager onderwijs vakoverschrijdende eindtermen. Ze vormen geen vak op zich, maar dienen geïntegreerd te worden in andere leerdomeinen, net zoals we in dit traject ICT en taalvaardigheid proberen te integreren.

Referenties

Garrevoet, W.S. Talpe (2009). "Klik, klik, focus op taal". In: de Katholieke schoolgids, jg. 63, nr. 5, p. 161-164.

Ministerie van onderwijs en vorming (s.d.). "Leergebiedoverschrijdende eindtermen ict". (http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/basisonderwijs/lager/eindtermen/ict.htm).

Van den Branden, K. (2010). Handboek taalbeleid basisonderwijs. Leuven: Uitgeverij Acco.

1

37

Labels

domein
mondelinge taalvaardigheid
taalverwerving
woordenschat
land
Belgiƫ
onderwijstype
basisonderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
ICT

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

24ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2010