Roelien Linthorst & Maaike Pulles · 27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013 · pagina 47 - 50
2. Lerarenopleiding Basisonderwijs
Â
Ronde 3 |
2 | ||
Roelien Linthorst (a) & Maaike Pulles (a, b)
Contact: t.r.linthorst@rug.nl m.pulles@nhl.nl Systematisch leren kijken naar de spreek- en schrijfontwikkeling van kinderen |
|||
-
Inleiding
Sinds de invoering van het Referentiekader Taal in Nederland1 wordt van leerkrachten nog meer dan voorheen verwacht dat ze de ontwikkeling van leerlingen op de verschillende taaldomeinen volgen. Voor de domeinen ‘lezen’ en ‘taalverzorging’ kunnen leerkrachten veelal terugvallen op bestaande toetsen; voor spreek- en schrijfvaardigheid ontbreken die echter vaak. Zonder bruikbare instrumenten vinden leerkrachten het vaak moeilijk om de schrijf- en spreekontwikkeling vast te stellen, waardoor het gevaar bestaat dat die domeinen onderbelicht blijven. In de afgelopen twee jaar werkten onderzoekers van het Expertisecentrum taal (Etoc) en het Lectoraat Taalgebruik en Leren van de NHL samen met een groep leerkrachten van zes Friese basisscholen aan de ontwikkeling van een instrumentarium voor schrijf- en spreekvaardigheid. Het project leverde een observatie-instrumentarium2 op dat geschikt is om de schrijf- en spreekontwikkeling van kinderen in de midden- en bovenbouw te volgen. In deze tekst schetsen we hoe het instrumentarium tot stand gekomen is.
-
Ontwikkeling van een nieuw instrument Doel van het ontwikkelproject was tweeledig:
-
het ontwikkelen van een observatie- en beoordelingsinstrument voor spreek- en schrijfontwikkeling voor de midden- en bovenbouw van het basisonderwijs dat aansluit bij het Referentiekader Taal en bij intuïties van de leerkrachten in kwestie;
-
het versterken van de onderzoekende houding / onderzoeksvaardigheden van leerkrachten.
Naast het ontwikkelen van het instrumentarium, was in het project dus ook een belangrijke rol weggelegd voor het versterken van de onderzoeks- en ontwikkelvaardigheden van de deelnemende leerkrachten. Hierbij probeerden we als eerste de kennis
47
ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS
waarover leerkrachten beschikken expliciet te maken om die vervolgens uit te breiden en te versterken. Veel leerkrachten beschikken over goede ideeën en intuïties over wat ze van hun leerlingen kunnen verwachten met betrekking tot hun schrijf- en spreekvaardigheid. In het project hebben we geprobeerd om die intuïties boven tafel te krijgen met behulp van de Prominent Feature Analysis (PTA) (Swain, Graves & Morse 2010). De onderzoeksopzet die hierbij gehanteerd is, past in de traditie van het Design Research (Collins & Joseph 2004).
Het project bestond uit vier opeenvolgende onderzoeksrondes, waarbij we in elke ronde voor een mondelinge en schriftelijke taaltaak een instrument (in wording) ontwikkelden. Daarbij bouwden we telkens voort op ervaringen en bevindingen uit de voorgaande ronde. In elke ronde doorliepen we een aantal vaste stappen:
-
vaststellen van de taaltaak, aan de hand van het Referentiekader Taal;
-
uitvoeren van de taaltaak op de deelnemende klassen (de mondelinge taken werden door de leerkrachten vastgelegd op video en de geschreven leerling-teksten werden verzameld);
-
analyse van de verzamelde leerling-producten (op video of teksten) aan de hand van de Prominent Feature Analysis;
-
opstellen van een voorlopig observatie-instrument voor de betreffende taak op basis van de analyse.
3. Prominent Feature Analysis
De derde stap van iedere onderzoeksronde was dus een belangrijke stap, omdat in die ronde, door het uitvoeren van de Prominent Feature Analysis (PFA), de intuïties van leerkrachten boven tafel moesten komen. De PFA was erop gericht om per taaltaak (mondeling of schriftelijk) de kenmerken te achterhalen die in positieve of negatieve zin bepalend zijn voor dat genre en waarop leerlingen ook een ontwikkeling kunnen doormaken van de middenbouw tot eind groep 8.
Omdat we wilden dat de kenmerken systematisch boven tafel zouden komen, werd de PFA volgens een aantal stappen uitgevoerd. Voor een mondelinge taak zag de procedure er als volgt uit:
1. Leerkrachten hadden een mondelinge taak laten uitvoeren in midden- en bovenbouw en dat op video opgenomen. Uit zowel midden- als bovenbouw werden minimaal twee filmpjes van willekeurige leerlingen geselecteerd. De leerkrachten gingen tijdens de PFA bij elkaar zitten en werkten als volgt:
-
Het filmpje werd een eerste keer bekeken, maar nog niet besproken.
-
Het filmpje werd voor een tweede keer bekeken. Na afloop schreef elke leerkracht op welke kenmerken hem in positieve of negatieve zin waren opgevallen.
48
2. Lerarenopleiding Basisonderwijs
2
-
Elke leerkracht noemde de opvallende kenmerken die waren opgemerkt.
-
Er werd gediscussieerd over de kenmerken die waren gevonden, met als doel overeenstemming te krijgen over de kenmerken die er toe doen en over de formulering ervan. Een persoon notuleerde.
e. De notulist vatte de kenmerken samen. Andere personen konden eventueel nog aanvullen.
-
Vervolgens werd er een tweede filmpje bekeken, waarbij de procedure zich herhaalde. Nu werd er echter gekeken of het kenmerkenlijstje zo nodig aangevuld of aangepast moet worden.
-
Daarna werd de PFA vervolgd met de filmpjes uit het andere bouwdeel.
4. Opbrengsten
Na afloop van het project waren de leerkrachten enthousiast over het werken volgens de hierboven geschetste procedure. Ze gaven aan dat ze door systematisch naar leerlingproducten te kijken erachter kwamen dat ze al best veel kennis hadden over het observeren van schrijf- en spreekvaardigheid. Doordat die kennis echter expliciet geworden was, hadden ze ook het gevoel meer handvatten te hebben om de leerlingen goed te kunnen observeren. Daarnaast leerden ze veel door in gesprek te gaan met collega’s van andere scholen.
Het versterken van de leerkrachtvaardigheden was echter niet de enige opbrengst van het project. Aan het eind van het project hadden we voor een zevental mondelinge taken (4 monologische en 3 dialogische) en vier schriftelijke taken een observatieinstrument ontwikkeld.
Â
Taaltaken in het project |
| ||
mondeling |
schriftelijk | ||
• |
informatieve vertelling |
• |
verslag |
• |
betoog |
• |
brief |
• |
instructie |
• |
instructie |
• • • • |
boekbespreking interview overleg discussie |
• |
recensie |
Figuur 1: Taaltaken in het project.
Ieder observatie-instrument bestaat uit een genrespecifiek deel dat voor elke taak verschillend is en een algemeen deel dat taakoverstijgend is. Elk deel bestaat uit een aantal observatiecategorieën waarbij, waar mogelijk, aangegeven wordt wat een leerling
49
ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS
moet laten zien om het 1F-niveau te behalen. Met behulp van het instrumentarium kunnen de leerkrachten van de deelnemende scholen en andere leerkrachten ook na dit project de schrijf- en spreekontwikkeling blijven volgen.
Referenties
Collins, A. & D. Joseph (2004). “Design Research: Theoretical and Methodological Issues”. In: Journal of the Learning Sciences, jg. 13, nr. 1, p. 15-42.
Swain, S.S., R.L. Graves & D.T. Morse (2010). “Prominent Feature analysis: What it means for the classroom”. In: English Journal, jg. 99, nr. 4, p. 84-89.
Noten
1 In het Referentiekader Taal staat voor de verschillende drempelmomenten in de schoolcarrière van leerlingen beschreven wat ze moeten kennen en kunnen op de verschillende domeinen van het taalonderwijs. Het 1F-niveau is het minimale niveau dat kinderen aan het eind van de basisschool (lagere school) zouden moeten behalen.
2 In de workshop zal het instrumentarium worden gepresenteerd.
Ronde 4
Cathérine Van Eyen (a) & Lieve Verheyden (b)
-
DLO, KHLeuven
-
CTO, KU Leuven
Contact: Catherine.van.eyen@khleuven.be Lieve.verheyden@khleuven.be
Writing to Learn als krachtige leeromgeving voor de verwerving van kernbegrippen uit de lerarenopleiding en het beroepsleven
0. Vooraf
Het fundamenteel verwerven van de kennisvereisten van opleiding en beroep is een uitdaging voor elke professionele bacheloropleiding. Om als professional te kunnen
50