Eva Van Herck & Jessica Leppens · 27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013 · pagina 137 - 142
4. Mbo/secundair beroepsonderwijs
-
Het aanbod
De Academie streeft naar een gevarieerd pakket van professionaliserings- en opleidingsactiviteiten waarin alle genoemde doelgroepen op voor hen effectieve manieren aan hun trekken kunnen komen. Uitgangspunt is dat de activiteiten zo direct mogelijk aansluiten bij het primaire proces in de ROC’s en de behoeftes van docenten. Het aanbod wordt ontwikkeld en uitgevoerd door teams van opleiders van FLOT, in samenwerking met medewerkers van de betrokken ROC’s.
-
Eerste ervaringen
Tijdens onze workshop bespreken we de totstandkoming en opzet van de Academie en onze eerste ervaringen. Waar zitten problemen en waar heeft de samenwerking nu al meerwaarde? We gaan nader in op het docentenprofiel dat een centrale rol moet gaan spelen in het kwaliteitsbeleid van de ROC’s en het professionaliseringsaanbod van de Academie en we bespreken ons aanbod. Verschillende vertegenwoordigers van de in de Academie samenwerkende organisaties zijn aanwezig om met de aanwezigen van gedachten te wisselen over hun ideeën en ervaringen.
Ronde 8
Eva Uan Herck & Jessica Leppens
Huis van het Nederlands, Antwerpen
Contact: Eva.vanherck@stad.antwerpen.be Jessica.leppens@stad.antwerpen.be
Taalprofielen opstellen in een vakopleiding 1. Inleiding
Laagtaalvaardige cursisten of leerlingen krijgen op stage of in de vakopleiding vaak te horen dat hun Nederlands nog onvoldoende is. Maar waar zit het probleem? Wat is er nog nodig? En hoe en waar gaan ze dat leren en oefenen? Als vak- of taaldocent weet je niet altijd precies waar het probleem zit en hoe je je cursisten daarin kunt ondersteunen.
Een taalprofiel helpt de opleiding om een duidelijk beeld te krijgen van de taal die cursisten nodig hebben op de werkvloer en in de opleiding. Een taalprofiel geeft een overzicht van de taalcompetenties (met voorbeelden) en het taalniveau waarop cursisten die competenties moeten beheersen.
4
137
ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS
-
Taalprofielen opstellen
In Vlaanderen begeleiden adviseurs Taalbeleid van het Huis van het Nederlands verschillende opleidingen in het volwassenenonderwijs bij het voeren van een taalbeleid. In het kader van dat proces stellen ze dan taalprofielen op van de werkvloer en van de opleiding. Samen met de opleiding bepaalt de adviseur op welke stageplaatsen er geobserveerd wordt. Meestal zijn dat er 3 tot 4: de ene stagevloer is immers al taaltoegankelijker dan de andere. Ook in de opleiding worden verschillende vakken gekozen om te observeren: meer praktische, maar ook eerder theoretische modules. Aan de hand van observaties op stage en in de lessen en op basis van gesprekken met stagebegeleiders, docenten en coördinatoren werkt de adviseur Taalbeleid taalprofielen uit. Ook het cursusmateriaal wordt gescreend en de leerplannen worden geanalyseerd. De formuleringen van de taalcompetenties zijn gebaseerd op het Raamwerk Nederlands (v)mbo.
-
Taalprofielen vergelijken
Door het taalprofiel van de werkvloer en dat van de opleiding naast elkaar te leggen, brengt de adviseur Taalbeleid de taaldrempels en de taalleerkansen van de opleiding in kaart.
Figuur 1: Schematische weergave van de relatie ‘taalprofiel opleiding’ en ‘taalprofiel werkvloer’.
Taalcompetenties die op de werkvloer belangrijk zijn en op een bepaald taalniveau verwacht worden, maar in de opleiding minder vaak aan bod komen, kunnen voor laag- taalvaardige cursisten een probleem vormen. Een vaak voorkomend probleem is ‘vakgesprekken voeren’. Op heel wat werkvloeren is dat een belangrijke competentie, maar in sommige opleidingen komt dat maar weinig aan bod. Bijgevolg komen laagtaalvaardigen onvoorbereid op de werkvloer en ervaren ze veel problemen. Hier liggen dan duidelijk taalleerkansen voor de opleiding.
138
4. Mbo/secundair beroepsonderwijs
Als, daarentegen, taalcompetenties in de opleiding op een eerder hoog niveau verwacht worden, maar achteraf op de werkvloer minder complex zijn of minder aan bod komen, is dat een taaldrempel voor sommige cursisten. Een goed voorbeeld hiervan is ‘cursusmateriaal lezen’. Dat is een taalcompetentie die vereist is in de opleiding, maar op de werkvloer nauwelijks voorkomt.
-
Kansen creëren en drempels verlagen
Aan de hand van de vergelijking bekijkt de adviseur Taalbeleid, samen met de opleiding, op welke manier extra taalleerkansen gecreëerd kunnen worden en hoe taaldrempels weggewerkt kunnen worden. Er zijn uiteraard acties mogelijk op verschillende vlakken en niveaus. Zowel de vak- als taaldocenten kunnen een steentje bijdragen, maar ook de directie kan prioriteiten bepalen en acties opstarten.
Vakdocenten kunnen extra taalleerkansen creëren tijdens de lessen door taalgerichter les te geven. Ze nemen bijvoorbeeld de taalcompetentie ‘vakgesprekken voeren’ op als taaldoel in hun vakles en bekijken, samen met de adviseur Taalbeleid, welke interactieve werkvormen geschikt zijn om hieraan te werken.
De opleiding kan taaldrempels verlagen of wegwerken door bijvoorbeeld het cursusmateriaal aan te pakken. De opleiding stelt afspraken op rond het gebruik van het cursusmateriaal in de les, gebruikt een sjabloon om uniform cursusmateriaal te ontwikkelen en implementeert een checklist ‘duidelijke taal’. Zo zorgen taalprofielen ervoor dat taalcompetenties zichtbaar worden voor docenten en cursisten en geleerd en geoefend worden. Docenten kunnen benoemen welke taalcompetenties belangrijk zijn en bijgevolg gerichter ondersteunen en bijsturen. Cursisten krijgen gepast advies en ondersteuning. In plaats van ‘je Nederlands is niet genoeg’ of ‘je moet meer Nederlands leren’ krijgen ze de opdracht om een intakegesprek te oefenen op stage of krijgen ze gerichte feedback op verslagen.
Uiteraard kunnen de taalprofielen ook nuttig zijn bij het plannen en uitvoeren van andere taalbeleidsacties: het uitwerken van een goede taalscreening, het bepalen van de inhoud van neven- of voortrajecten... De adviseur Taalbeleid kan de opleiding daar ook verder in ondersteunen.
-
Voorbeelden van taalprofielen
Onderstaand ziet u een voorbeeld van een taalprofiel van een stageplaats van de opleiding ‘Begeleider in de kinderopvang’. Het is opgesteld op basis van:
• 1 observatie in de kinderopvang + een gesprek met de begeleiders in de kinderopvang;
4
139
ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS
• 1 gesprek met de leidinggevende.
Â
GESPREKKEN VOEREN | ||
Taaltaak |
Voorbeeld |
Niveau |
Informele gesprekken met collega’s |
- Hoe gaat het? Heb je veel werk voor je stage? - Om hoe laat begint Ilse? - Heb je al iets gehoord van de mama van Annie, die moest vandaag naar het ziekenhuis voor een keizersnede. |
B1- |
Vakgesprekken met de kinderen Vakgesprekken met collega’s |
- Da’s jouw koekje, eet maar op. Da’s flink! - Kom, we gaan spelen, kijk een bal”. - Ze hoest wel erg hard, heeft de mama er iets over gezegd? Is het besmettelijk, denk je? - Zal ik beginnen verschonen? - Ik ga een briefje schrijven dat ze terug pampers moet meebrengen. |
A2 B 1- |
Vakgesprekken met ouders |
- Heeft ze goed geslapen? Hoe gaat het met...? - Informatiegesprek, gesprek bij een probleem (kindje eet niet goed) |
A2 B 1 |
Deelnemen aan overleg |
- Teamvergadering: praktische zaken bespreken, kinderen bespreken, activiteiten bespreken en evalueren |
B 1 |
SPREKEN | ||
Taaltaak |
Voorbeeld |
Niveau |
Monoloog houden |
- Verhaal voorlezen en zingen |
B1 |
LUISTEREN | ||
Taaltaak |
Voorbeeld |
Niveau |
Luisteren naar instructies van collega’s of leidinggevende |
- Kan jij vandaag hier staan, Ilse staat hiernaast en Hajar komt vanmiddag dan aflossen. |
B1- |
LEZEN | ||
Taaltaak |
Voorbeeld |
Niveau |
Instructies lezen |
- Instructies bij brand - Fiche handen wassen - Opdracht op de activiteitenfiche |
B1- |
Verslagen, artikels lezen |
- Verslag vergadering, observatiefiche |
B1 |
Schema’s en formulieren lezen |
- Uurroosters |
A2 |
SCHRIJVEN | ||
Taaltaak |
Voorbeeld |
Niveau |
Formulieren invullen, aantekeningen maken |
- We zingen liedjes over ... de kinderen vonden het leuk en hebben de hele tijd meegezongen, vooral de gebaren waren een succes. - Activiteitenfiche invullen - Observatiefiche invullen |
B1 |
Tabel 1: Voorbeeld van een taalprofiel van een stageplaats van de opleiding ‘Begeleider in de kinderopvang’.
140
4. Mbo/secundair beroepsonderwijs
Het tweede voorbeeld is een taalprofiel van de eerste module van de opleiding ‘Begeleider in de kinderopvang’ in een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO). Het is opgesteld op basis van:
-
observaties in 4 lessen: ‘ontwikkelingspsychologie’, ‘observeren en rapporteren’, ‘speltechnieken’ en ‘verzorging’;
-
gesprekken met de vakdocenten en de coördinator;
-
een screening van het cursusmateriaal.
Â
GESPREKKEN VOEREN | ||
Taaltaak |
Voorbeeld |
Niveau |
Vakgesprekken voeren met de medecursisten |
In kleine groep: - Hoe moeten we in deze case handelen? - Wat is de situatie? Hoe gaan we reageren, rekening houdend met het stappenplan? - Is dit een goede activiteitenfiche: waarom wel of niet? Bespreek welke info ontbreekt. |
B 1 B2 |
Vakgesprekken voeren met de docent |
- Hoe moeten we in deze case handelen? - Wat is de situatie? Hoe gaan we reageren, rekening houdend met het stappenplan? - Hoe leg je ‘moreel geweten’ uit? |
B 1 B2 |
SPREKEN | ||
Taaltaak |
Voorbeeld |
Niveau |
Monoloog houden |
- Uitleggen welke stappen ze genomen hebben in hun specifieke case: - Informeren, plannen, uitvoeren, nazorg - Een uitleg geven over een thema dat aansluit bij de les: bv. zindelijkheid, bespreken hoe je de info uit een artikel omzet in de praktijk. |
B2 B2 |
LUISTEREN | ||
Taaltaak |
Voorbeeld |
Niveau |
Luisteren naar instructies en aankondigingen |
- Wat is stap 1, 2, 3 en 4? - Kijk in de cursus op p. 12. Zie je het staan daar? |
B1- |
Luisteren naar colleges, presentaties van de docent |
- Uitleg over pijnstillers en koortswerende middelen. De docent heeft voorbeelden bij van koortswerende middelen. - Uitleg bij flowchart: waar moet je op letten als een kind ziek is? |
B1 |
LEZEN | ||
Taaltaak |
Voorbeeld |
Niveau |
Rapporten, verslagen, artikels lezen |
- Observatierapport lezen - Artikel lezen over een thema dat aansluit bij de les en informatie verwerken. |
B1 B2 |
4
141
ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS
Â
|
- Stappenplan in cursus lezen - Cursisten moeten verschillende bronnen combineren:
info in cursus - Cursisten moeten informatie verwerken: case toepassen op de informatie uit cursus en flowchart |
B2 |
Schematisch overzichten lezen |
- Flowchart ‘koorts’ |
|
SCHRIJVEN | ||
Taaltaak |
Voorbeeld |
Niveau |
Formulieren, berichten en aantekeningen maken |
- Info noteren van het bord - Noteren wat de docent zegt, niet alles staat in de cursus, bv. hoe ga je de koorts meten? - Activiteitenfiche invullen: titel, doel, materiaal, inkleding, verloop van de activiteit, op basis van schriftelijke informatie van het spel. |
B1 B2 |
Verslagen, werkstukken maken |
- Observatieverslag schrijven: beschrijving en besluit schrijven, gericht op het observatiedoel. - Woordenschat is alledaagse woordenschat, maar veel nuance nodig: pakken, duwen, rollen, er zit een kreuk in het dekentje, hij spreidt het dekentje, hij stapt op zijn tippen, hij leunt, het ligt aan zijn hiel, ... |
B2 |
Tabel 2: Voorbeeld van een taalprofiel van de eerste module van de opleiding ‘Begeleider in de kinderopvang’ in een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO).
Referenties
Bohnenn, E., F. Jansen, C. Kuijpers, R. Thijssen. I. Schot & W. Stockmann (2007). Raamwerk Nederlands. Nederlands in (v)mbo-opleiding, beroep en maatschappij. ’s Hertogenbosch: Cinop.
Klare Taal Rendeert. Online raadpleegbaar op www.klaretaalrendeert.be/in_de_opleiding/en www.klaretaalrendeert.be/adviseur_taalbeleid/.
142